Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In de rubriek ‘Falen en opstaan’ doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Leo Nagelkerke, universitair docent en senior onderzoeker bij de leerstoelgroep Aquacultuur en Visserij.
‘De arbeidsmarkt was dramatisch toen ik in de jaren ’90 afstudeerde. Gelukkig kon ik promoveren. Tegelijk kwamen collega’s als academische nomaden in een carrousel van tijdelijke banen in het buitenland terecht, waardoor ze belangrijke beslissingen als kinderen krijgen uitstelden. Die onzekerheid wilden mijn vrouw en ik absoluut niet. Ook wilde ik in hetzelfde vakgebied blijven, dus zocht ik een baan in het bedrijfsleven.
Ik werd aangenomen bij een adviesbureau, waar ik verschrikkelijk ongelukkig werd. Ik voelde me opgejaagd door de korte projecten met enorme commerciële druk. Net wanneer het interessant werd, moest ik door. Goed was goed genoeg – dat past niet bij me.
Ik meldde me steeds vaker ziek en dat is niks voor mij
Ik kreeg hoofdpijn, ging hyperventileren, kreeg andere vage kwaaltjes. Ik meldde me steeds vaker ziek en dat is niks voor mij. Toch waren ze tevreden over mijn werk en ik kreeg een vast contract. Dat gaf rust, want we kregen een kindje en wilden een hypotheek afsluiten.
Toen vroeg een oud-docent of ik een postdoc-project wilde afmaken voor anderhalf jaar. Ik nam een oudere collega in vertrouwen en die vroeg: ‘Wat houd je tegen?’ Dat was enkel de angst voor de onzekerheid van tijdelijke contracten. Hij zei: ‘Angst is een slechte drijfveer. Doe wat je hart je ingeeft.’ Heel cheesy eigenlijk, maar dat werden mijn twee levenslessen.
Ik accepteerde de baan en ben vanaf het begin open geweest over mijn zorgen en wensen. Ik deed mijn werk zo goed mogelijk in de hoop dat ze me wilden houden. Dat wilden ze en ik kreeg zelfs een vast contract.
Door die oud-collega leerde ik dat je sneller advies aanneemt van buitenstaanders. Wanneer ik nu vastloop zoek ik die op. Naast vertrouwen op je intuïtie en open zijn over je wensen en behoeften, probeer ik ook dat aan mijn studenten te leren. Ik heb de mooiste baan die er is.’