In het eerste jaar dat WUR een ombudspersoon had, hebben 93 mensen melding gedaan van 56 situaties. Daarbij ging het 33 keer om een kwestie waarbij een interventie van de ombudspersoon passend was.
De cijfers zijn afkomstig uit het eerste jaarverslag van de ombudspersoon, dat ruwweg de eerste veertien maanden bestrijkt waarin WUR een ombudspersoon had: tussen medio september 2021 en 1 november 2022. De functie van (onafhankelijke) ombudspersoon, ad interim vervuld door Jacqueline Schoone, is nieuw bij WUR. Er is geen nulmeting of ander vergelijkingsmateriaal beschikbaar.
Haperend leiderschap
Het merendeel van de meldingen uit de verslagperiode ging over sociale veiligheid. Daarbij was leiderschap vaak onderdeel van het probleem, constateert Schoone in het jaarverslag. De betreffende leidinggevende was bijvoorbeeld onvoldoende bereikbaar en nabij, bood onvoldoende openheid en transparantie en bleek onvoldoende in staat om mensen met elkaar te verbinden. Dat uitte zich in verwaarlozing, gebrek aan aandacht voor inclusie en diversiteit, intimiderend gedrag naar medewerkers, favoritisme en een onvoorspelbare stijl van opereren, aldus het jaarverslag.
Dat haperende leiderschap – Schoone kaartte het al aan in een eerder interview met Resource – valt deels te verklaren doordat leidinggevenden bij WUR onder hoge druk staan en veel ballen in de lucht moeten houden, schrijft ze. Een andere verklaring is dat niet alle leidinggevenden voldoende zijn geselecteerd of getraind op hun leiderschapskwaliteiten. Schoone beveelt WUR daarom aan om iedere leidinggevende te laten deelnemen aan een leiderschapsprogramma.
Conflictvaardigheden
Ook adviseert de ombudspersoon WUR om leidinggevenden te trainen in het aanspreken van medewerkers op ongewenst gedrag. In het jaarverslag licht ze toe waarom: ‘Opvallend is dat leidinggevenden het vaak lastig vinden om mensen aan te spreken op ongewenst en grensoverschrijdend gedrag. Gedragsproblemen worden vergoelijkt – iemand heeft bijvoorbeeld veel betekend voor een groep of voor een onderwijsprogramma –, men is bang om iemand te kwetsen. Het ontbreekt soms aan conflictvaardigheden: het vermogen effectief om te gaan met je eigen overtuigingen, emoties en opvattingen tijdens en na een conflict met de ander, conflicten herkennen en kunnen oplossen. Problemen hebben daardoor te lang kunnen voortduren voordat ze werden opgelost.’
Herkomst meldingen
Het merendeel van de meldingen uit de verslagperiode is afkomstig van medewerkers. Slechts 16 procent van de meldingen komt van studenten, hoewel dat percentage inmiddels toeneemt. Promovendi, volgens het jaarverslag ‘een kwetsbare groep binnen de universiteit vanwege hun afhankelijkheid van hun begeleider’, nemen 9 procent van de meldingen voor hun rekening. Het merendeel van de melders (63 procent) is vrouw. In 45 gevallen was de melder (of melders) zelf betrokkene; in 11 gevallen werd gemeld vanuit de rol van bystander. Blijven investeren in de training en ondersteuning van bystanders acht de ombudspersoon dan ook van groot belang. ‘Vanuit het programma sociale veiligheid wordt hier het komende jaar in voorzien’, stelt ze vast.
Vervolg
Op intranet staat te lezen dat de raad van bestuur met belangstelling heeft kennisgenomen van het jaarverslag van de ombudspersoon en de aanbevelingen ter harte neemt. ‘De regiegroep integriteit en sociale veiligheid wordt gevraagd om de aanbevelingen op te pakken, onder meer in het programma sociale veiligheid’, aldus dat bericht.