Zo bied je een petitie aan tegen lozing van vuil afvalwater in de Rijn, en een uurtje later is de kwestie al gepiept. Dat overkwam WUR-ecoloog Bert Lotz vorige week maandag. Hij is mede-initiatiefnemer van de petitie Geen Giflozing in Nederrijn. Posters over die petitie kom je ook in WUR-gebouwen tegen. En dat blijft nog wel even zo, zegt Lotz. De pijplijn mag dan van de baan zijn, het probleem is daarmee niet zomaar weg.
Dat probleem is het vervuilde grondwater van de voormalige ENKA-fabriek naast het station in Ede. De fabriek sloot de deuren in 2002. Op de gezuiverde grond wordt inmiddels fraai gewoond. Maar in de bodem zit nog een waaier aan vervuild grondwater. Dat water staat niet stil, maar beweegt zich volgens onderzoek uit 2012, zo’n 30 tot 40 meter per jaar in zuidwestelijke richting naar het Binnenveld. Daar mag het niet aankomen in natuurgebied de Bennekomse Meent. En dus werd een pijplijn naar de Rijn bij Wageningse haven bedacht die dat moet voorkomen. Die oplossing werd al in 2014 gekozen door Waterschap Vallei en Veluwe, de gemeente Ede en de provincie Gelderland. Sindsdien is er verzet tegen dit ongezuiverd lozen.
Smeerpijp
Maar die pijp -in de volksmond ‘de smeerpijp’ genoemd- komt er dus niet. Volledig onverwacht werd het plan van tafel geveegd. ‘We zijn blij dat dit absurde idee van de baan is’, zegt Lotz. ’Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. Het was ook absoluut geen toekomstbestendige oplossing. In 2027 moet het oppervlaktewater aan de Europese Kaderrichtlijn Water voldoen. Dan mogen dit soort lozingen helemaal niet meer.’
We willen met een groep Wageningse experts dat rapport tegen het licht houden
Bert Lotz, Wageningen Plant Research
Aan de ommezwaai liggen nieuwe metingen door ingenieursbureau TAUW ten grondslag. Daaruit zou blijken dat de vervuiling van het water met sulfaat veel kleiner is dan gedacht en daardoor toelaatbaar. Bovendien beweegt het vervuilde water zich veel minder snel dan eerder berekend en bereikt het pas over 200 jaar het Binnenveld. De pijplijn is niet meer nodig. Het onderliggende rapport is evenwel nog niet publiek beschikbaar.
Pentachloorfenol
Lotz en diens WUR-collega hoogleraar Chemische Stress Ecologie Paul van den Brink wachten met smart op dat rapport. ‘Het probleem van die vuile grond is niet ineens van de baan’, zegt Lotz. ‘We blijven er daardoor bij betrokken. Sterker nog, we willen met een groep Wageningse experts dat rapport tegen het licht houden.’ Want vragen zijn er nog genoeg. Waar is het vuil gebleven, bijvoorbeeld. In de persverklaring rept de provincie bovendien alleen over het sulfaat in het water. Maar hoe zit het met het pentachloorfenol, dat eveneens in het water zit?
De hoogste concentratie die destijds werd gemeten in een van de peilbuizen, is toxisch voor de helft van de aquatische soorten
Paul van den Brink, hoogleraar Chemische Stress Ecologie
Pentachloorfenol is een in EU-termen ‘zeer zorgwekkende stof’, zegt Van den Brink. ‘Een stof dus die je niet in het milieu wil hebben. Soms breekt het snel af in het milieu, soms niet. Het hoopt zich op in organismen. We weten niet wat de milieueffecten van de afbraakproducten zijn. De hoogste concentratie die destijds werd gemeten in één van de peilbuizen, is toxisch voor de helft van de aquatische soorten. Na verdunning, als aan de lozingsnorm wordt voldaan, nog steeds voor zes procent van de soorten.’
ACT-casus
De ENKA-vervuiling is een van de casussen waar ACT-studenten (Academic Consultancy Training) hun tanden in kunnen zetten. Dat blijft volgen Lotz zo, ook nu de pijplijn zelf er niet meer komt. ‘Het is een ideale casus’, vindt Van den Brink. ‘Er zitten tal van bestuurlijke, technische en maatschappelijke aspecten aan.’