De Nederlandse kennis over grootschalige monocultuur-landbouw lijkt wel toegepast op de campus: het is een eentonige vlakke vlakte. Hier en daar een sloot of een waterplas. Veel van hetzelfde, weinig afwisseling. Dat kan beter.
Heerlijk dat WUR een campus heeft met zoveel open ruimte en groen. Andere universiteiten in Nederland zijn omringd door stedelijk beton en verkeer. Zij een treinstation, wij ruimte en groen. I take the deal. Maar het kale gras dat er nu ligt, is een gemiste kans. Zelf zegt WUR in haar Groenvisie Wageningen Campus (2019): ‘Het ontwerp van Wageningen Campus borduurt voort op de lijnvormige indeling van het gebied en haar historische landschapselementen zoals hagen, houtwallen en sloten.’
WUR heeft al genderneutrale toiletten, nu nog het ruimtelijke ontwerp naar de huidige eeuw tillen
Interessant om vanachter een bureau iets te omschrijven en analyseren; het staat echter mijlenver af van wat de dagelijkse gebruiker wil. Die rechte hagen, houtwallen en sloten dienden de vorige bewoner, de agrariër, maar niet de huidige: studenten en medewerkers. Onnodig conservatisme in deze (post-)moderne tijd. WUR heeft al genderneutrale toiletten, nu nog het ruimtelijke ontwerp naar de huidige eeuw tillen.
Vergeet even de sneeuw van deze week en denk terug aan het aangename lenteweer van vorige week. Dat maakte een uniek stukje Nederlandse cultuur zichtbaar: zodra de zon schijnt op een lentetemperatuur, gaan we massaal buiten in de zon zitten. Het was half twee ‘s middags. De populairste plek om de pauze te spenderen was niet de prachtige houten vlonder aan het water. Ook niet de banken voor Forum, speciaal neergezet voor ons pauzeplezier. Nee, één plek was de absolute favoriet, waar studenten in meerdere rijen achter elkaar waren samengepakt.
Veel beschutting biedt de kale grasvlakte niet
Studenten zaten massaal tegen de muur van het Forumgebouw, naast de ingang (zuidwest). Daar was namelijk wél zon, maar geen wind. En die beschutting biedt de kale grasvlakte niet. Bomen geven in de lente en herfst beschutting, en schaduw in de zomer. Ik wil een campus met verschillende soorten bomen, bloemen, menshoge en juist kleine struikjes. Met slingerende paadjes en speelse hoekjes met verschillende sfeertjes.
En ik ben niet de enige die ontevreden is met de huidige invulling van ‘groen’, bleek uit een enquête (N=64) van groep studenten vorige week (zie afbeelding onderaan). Een groot gebrek aan comfortabele plekken om te recreëren. En er is nog zo veel meer leuks mogelijk, zoals sporttoestellen of zelfs een terras.
Waar we naartoe moeten: een eigentijdse campus, met niet één groene vlakte, maar vijftig tinten groen.
Steven doet een master Economie en Beleid en slaat graag van zich af op de squashbaan. Hij staat altijd open voor een potje squash en een goed gesprek. Je kan hem hier mailen.