De verhouding tussen universiteiten en bedrijven als Shell staat de laatste weken onder druk. De Erasmus Universiteit gaat ‘inzichtelijk maken wat hun relaties zijn met organisaties in de fossiele industrie’ en de UvA verklaarde na protesten geen nieuwe projecten te zullen starten in samenwerking met olie- en gasbedrijven. Organisaties als Naturalis en pensioenfonds ABP deden eerder al hetzelfde.
WUR-bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara gaf eerder in een interview met Resource aan niet zover te willen gaan, ook omdat WUR klimaatrelevant onderzoek doet met Shell. ‘Dan heb je op korte termijn goede sier gemaakt, maar het grote probleem van klimaatverandering op de lange termijn niet vooruit geholpen.’
De Wageningse tak van Scientists4Future is het daar niet mee eens. Zij schreven vorige week een brief aan de raad van bestuur over het onderwerp. Ze willen graag in gesprek over de financiering van Wagenings onderzoek door fossiele bedrijven. De raad van bestuur heeft inmiddels een gesprek toegezegd.
Lees hier de brief van Scientists4Future–Wageningen:
Het aannemen van onderzoeksgelden van oliemaatschappijen is inherent tegenstrijdig
Wageningen, 21 februari 2023
De klimaat- en biodiversiteitscrises zijn misschien wel de grootste bedreiging voor de mens en al het andere leven op de planeet aarde. Wageningen University & Research heeft een prominente plek op dit onderzoeksterrein en aangezien onze missie is ‘to improve the quality of life’ (het verbeteren van de kwaliteit van leven), neemt WUR zelf ook allerhande initiatieven om duurzamer en milieuvriendelijker te worden. Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen past ook het opstellen van richtlijnen voor industriële partnerschappen. Onlangs werden universiteiten opgeroepen hun afhankelijkheid van de fossiele brandstoffenindustrie te verminderen. Bijvoorbeeld via een open brief in Trouw.
Wij, Scientists4Future Wageningen, delen deze visie op de fossiele brandstoffenindustrie en wij streven ernaar een helder en transparant systeem te creëren voor de betrokkenheid van derde partijen in ons onderzoek en onderwijs in het algemeen en de betrokkenheid van crises-veroorzakende corporaties in het bijzonder. Dit in nauwe samenwerking met WUR-medewerkers, studenten en de raad van bestuur.
We merken dat medewerkers en studenten bij WUR steeds terughoudender zijn in het aangaan en onderhouden van relaties met crises-veroorzakende bedrijven. Een gevoel van ongemak is vooral zichtbaar bij de jongere generaties, wier toekomst op het spel staat. Hoewel we er trots op zijn een onderdeel te zijn van WUR, aangemerkt als ’s werelds meest duurzame universiteit, zijn onze inspanningen zinloos als we een destructief economisch systeem blijven steunen.
Als wetenschappers worden we dagelijks geconfronteerd met de beste en meest actuele wetenschappelijke informatie. En daarmee hebben we een verantwoordelijkheid om deze informatie te delen en het publiek te waarschuwen voor de ernst en verreikende gevolgen van deze crises. Het is van cruciaal belang dat we onafhankelijk zijn als we willen dat onze stem gehoord wordt. Als ons inkomen echter deels afhankelijk is van ‘fossiele’ bedrijven, die grotendeels verantwoordelijk zijn voor deze crises, komt onze integriteit in het geding. En dat ondermijnt de belangrijke rol die wij als wetenschappers hebben.
Hoewel sommigen beweren dat wetenschappers objectief kunnen zijn, en onafhankelijk onderzoek kunnen doen ongeacht de bron van hun financiering, kiezen we niet onafhankelijk welk onderzoek we wel of niet doen. Ons onderzoek wordt, bewust of onbewust, gestuurd in een richting die de antropogene status quo handhaaft en daarmee zijn blinde vlekken ontstaan voor fundamenteel alternatieve oplossingen en toekomstscenario’s.
Een ander gevolg van contractonderzoek is dat we een (werk)relatie opbouwen met dergelijke bedrijven. Onze samenwerkingsverbanden geven bedrijven makkelijker toegang tot (ongepubliceerde) informatie, die zij selectief kunnen gebruiken voor hun eigen doelen, bijvoorbeeld tijdens debatten met andere organisaties zoals ngo’s. Dit zou er, onbewust, voor kunnen zorgen dat we aarzelen om ons uit te spreken, en zorgt voor een ongelijk speelveld. Tot slot moeten we ook deze bedrijven noemen als financiers in onze congrespresentaties en (peer reviewed) wetenschappelijke publicaties. Op die manier geven we credits aan hen die verantwoordelijk zijn voor de crises waar we het publiek voor waarschuwen.
Terwijl sommige bedrijven stappen ondernemen om duurzamer te worden en te investeren in hernieuwbare energie zoals in windparken, volgen de meeste fossiele bedrijven deze lijn niet wanneer ze investeren in de toekomstige winning van olie en gas. Shells net-zero beleid* bijvoorbeeld overschrijdt hun aandeel van het resterende koolstofbudget in 2034, wat haaks staat op het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5°C. Hun betrokkenheid in hernieuwbare energie of koolstoffixatie kan daarom als greenwashing worden gezien.
Hoewel we misschien bereid zijn om bedrijven te helpen de omschakeling te maken naar een duurzame aanpak, willen we niet dat onze betrokkenheid de maatschappelijke acceptatie van andere, niet-duurzame, activiteiten bevordert. Daarom stellen we strengere voorwaarden voor de acceptatie van financiering door en samenwerking met fossiele brandstofbedrijven voor. We stellen twee klimaat-gerelateerde eisen voor waaraan moet worden voldaan:
- De financier investeert niet (meer) in toekomstige fossiele brandstofwinningsprojecten
- In navolging van het Akkoord van Parijs, dringt de financier haar broeikasgassen terug met 3 procent per jaar ten opzichte van het meetpunt 2015, het jaar waarin het akkoord getekend werd. Dit leidt tot een 45 procent vermindering van broeikasgassen vóór 2030.
Als leden van Scientists4Future Wageningen, hebben we onze zorgen geuit bij de raad van bestuur van Wageningen University en Research en we hopen op korte termijn ons voorstel tot het creëren van fossiele industrie-vrij onderzoek voor de toekomst met de raad te bespreken.
Geert Aarts, Martijn Duineveld, Susanne van Donk, Anne-Juul Welsink, Benedikt Haug, Jasper Eikelboom, Chloe Tavernier en Ignas Heitkönig (allen lid van Scientists4Future-Wageningen).
*Sommige bedrijven, zoals Shell, gaan voor net-zero emissies in 2050. Echter plannen zij hun grootste reducties in de laatste jaren. Niet alleen overschrijden zij het broeikasgasbudget dat gebruikt kan worden om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius, maar hun strategie is ook afhankelijk van technologie waarvan niet vaststaat dat die toepasbaar is, of zelfs maar beschikbaar.