Een dit najaar aangekondigd onderzoeksproject over agroforestry voor klimaatpositieve zuivel en biodiversiteit in Noord-Nederland komt op stoom. Deze maand steken deelnemende boeren en onderzoekers de koppen bij elkaar om tijdens workshops tot ontwerpen te komen die verhelderen hoe agroforestry succesvol is toe te passen op melkveebedrijven.
De combinatie van agroforestry met melkveehouderij is relatief onontgonnen terrein. Zeker in Noord-Nederland zijn er nog weinig voorbeelden van te vinden, vertelt onderzoekscoördinator Heleen van Kernebeek van Wageningen Livestock Research. ‘Dit project gaat op zoek naar praktische aanknopingspunten voor melkveehouders in de drie noordelijke provincies die overwegen om agroforestry te integreren in hun bedrijf.’
Elke stap vooruit roept weer tien nieuwe vragen op. Dat is een ontzettend boeiend en leuk proces
Heleen van Kernebeek, onderzoekscoördinator bij Wageningen Livestock Research
Het project, een publiek-private samenwerking waaraan onder andere LTO Noord en de provincies Friesland en Drenthe meedoen, is momenteel in het stadium waar boeren en onderzoekers in workshops samen conceptontwerpen ontwikkelen voor agroforestry op melkveebedrijven. Van Kernebeek is lovend over de sfeer tijdens die workshops. ‘Samen met de deelnemende boeren zitten we nu op een rijdende trein. Elke stap vooruit roept weer tien nieuwe vragen op. Dat is een ontzettend boeiend en leuk proces.’
Inzichten delen
Het project is bedoeld om inzicht te krijgen in de meerwaarde van meerjarige houtige gewassen voor een melkveebedrijf, bijvoorbeeld voor voedervoorziening, bescherming van het vee tegen hitte en mogelijkheden om stikstof af te vangen en op te slaan. Daarnaast is het verdienvermogen een belangrijk aspect. Het onderzoek is ook gericht op het in kaart brengen van de belangrijkste factoren die meespelen bij de vraag of agroforestery een succes kan worden – ‘van beleid tot beplanting’ – en om de opgedane inzichten daarover in brede kring te delen.
Van Kernebeek merkt dat de deelnemende melkveehouders gretig zijn om nieuwe mogelijkheden te verkennen. ‘Al hebben ze, net als wij, natuurlijk nog allerlei vragen over de praktische haalbaarheid. Soms kunnen we antwoorden vinden door dieper de literatuur in te duiken. Ook hopen we te zijner tijd antwoorden te kunnen vinden via experimenten op Dairy Campus in Leeuwarden en bij deelnemende melkveehouders op het bedrijf’, schetst ze.
Er is overigens nog ruimte voor een aantal deelnemers, benadrukt de onderzoekscoördinator – belangstellende melkveehouders uit Friesland, Groningen of Drenthe kunnen zich nog aanmelden.