Bedir Tekinerdogan is leerstoelhouder bij Toegepaste Informatiekunde. Maar nu, na de aardbevingen in Turkije en Syrië, is hij vooral even schoonzoon, zwager, neef en oom. De ramp voltrok zich op zijn geboortegrond, waar nog altijd veel familie woont. Hij ‘huilt van binnen’, vertelt hij Resource.
Wat flarden, meer herinnert Tekinerdogan zich niet van zijn vroegste jeugd in Turkije. Hij was ook pas vier toen het gezin vader achterna reisde naar Nederland. Voordien woonden ze in een dorp bij Besni, in de regio Adiyaman – op nog geen 80 kilometer van wat begin februari het episch centrum zou blijken van twee allesverwoestende aardbevingen. Hij kwam regelmatig in het gebied, afgelopen kerstvakantie nog: op bezoek bij schoonfamilie. Zijn ooms en tantes, de ouders van zijn vrouw, haar zussen en hun gezinnen: allemaal wonen ze er. Of liever gezegd: woonden.
Relatief begrip
Tekinerdogan was die bewuste ochtend vroeg opgestaan. Al gauw zag hij de nieuwsberichten over de beving. Bezorgd whatsappte hij de familie in Turkije: gaat het wel goed met jullie? Ja, het gaat goed met ons, meldden ze een voor een. ‘Aanvankelijk was ik opgelucht: ah, ze zijn ongedeerd en alles is oké’, schetst Tekinerdogan. ‘Pas later, toen ze foto’s stuurden van hun totaal verwoeste huizen, besefte ik dat het helemaal niet goed met ze ging. Dat ‘goed’ een relatief begrip is in zo’n enorme ramp. Dat het in deze context betekende: we zijn alles kwijt en het leed hier is onbeschrijflijk, maar we zijn nog in leven.’
Dystopisch
Tekinerdogans familieleden hebben geluk gehad. Ze konden tijdig de begane grond van hun flat bereiken en naar buiten vluchten toen de aarde begon te beven. En anderen, die de benedenverdieping niet meer konden bereiken, hadden het geluk dat hun gebouw bleef staan.
De familieleden hebben het rampgebied inmiddels weten te verlaten; ze konden terecht bij bekenden in Mersin, aan de Turkse zuidkust. De dagen ervoor waren dystopisch, in de woorden van Tekinerdogan. Geen gas, geen elektriciteit, geen drinkwater. ’s Nachts slapen in de auto. Geen hulpdiensten nog (‘deze ramp is eigenlijk te groot voor één land’). En overal verwoesting en ellende.
Vooral de kinderen zijn zwaar getraumatiseerd, vertelt de hoogleraar. ‘Mijn schoonzus vertelde dat haar 12-jarige dochter dagenlang onafgebroken heeft gehuild. Haar broertje van 8 heeft juist vier dagen geen woord uitgebracht. Het probleem is niet alleen materieel, maar ook mentaal. Niemand weet hoe het nu verder moet. Er is heel veel verdriet en trauma te verwerken.’
De écht belangrijke dingen in het leven zijn geen dingen
En Tekinerdogan zelf, hoe gaat het met hem? ‘Mentaal voel ik me sterk, al heb ik in die eerste week wel een dag of drie vrij genomen. Als leerstoelhouder ben ik elke dag heel druk, maar daar stond mijn hoofd nu echt niet naar. Ik wilde ruimte creëren om mensen te kunnen helpen, om ze te bellen en gerust te stellen en te vragen wat ze nodig hebben. Het sociaal-menselijke verdiende nu voorrang. Daar heb ik goed aan gedaan, ook met het oog op mijn vrouw, die flink van de kaart was. Het is ook nogal wat als de mensen die jou het allerdierbaarst zijn te maken krijgen met zoiets onvoorstelbaar verschrikkelijks.’
De hoogleraar voelt zich gesteund door de enorme support vanuit Nederland. Zowel de blijken van betrokkenheid van WUR-collega’s als de bijna 90 miljoen euro die de nationale 555-inzamelingsactie opleverde. ‘Daar ben ik trots op. Mijn vaderland dat voor mijn moederland zorgt, dat verwarmt mijn hart.’
Meer dan materie
Deze ramp zet het leven extra in perspectief, vindt Tekinerdogan. ‘Ik huil van binnen, maar tegelijkertijd accepteer ik dat leed en verdriet onderdeel zijn van het leven – misschien zelfs een soort beproeving. Je kunt heel wanhopig zijn, of je ertegen verzetten, maar dat helpt niet. Deze ramp bewijst dat je voorspoed moet koesteren; dat je dankbaar mag zijn voor wat je hebt – het kan zó weg zijn. Mijn levensfilosofie was altijd al dat je kwetsbaar bent als mens; ik was altijd al wars van de zogenaamde selfmade mensen die zichzelf zien als het middelpunt van de wereld. Doe gewoon je best, wees een goed mens en creëer waarde voor de wereld. Het gaat niet om geld of positie en er is meer dan materie. De écht belangrijke dingen in het leven zijn geen dingen.’