Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Raimon Ripoll-Bosch, universitair hoofddocent Dierlijke Productiesystemen.
‘Mijn PhD rondde ik af met een breed scala aan expertises, van diervoeding tot landbouwsysteemanalyse tot duurzaamheid. Daarna bleef ik verbreden in plaats van specialiseren. Ik bestudeerde de relatie tussen vee en klimaatverandering, ecosysteemdiensten, biodiversiteit en financiën. Dat loopt soms uit de hand en dat vind ik heerlijk.
Maar wanneer mensen mij vragen naar mijn onderzoeksterrein, heb ik moeite om dat goed te beschrijven. Uitleggen wat ik doe kost veel tijd en het blijft een beetje vaag. In de onderzoekswereld word je geacht onder één vlag te varen, één veld te kiezen waarin je je specialiseert. Maar mijn veld is juist het verbinden van de vlaggen. Het is lastig uit te leggen wat de waarde van generalisten is in de wetenschap, ook al zijn ze hard nodig in transdisciplinair onderzoek om complexe vraagstukken, zoals de rol van vee in een duurzame toekomst, te bestuderen.
Mijn persoonlijke strijd is de keuze tussen het vernauwen van mijn onderzoek, wat mij is aangeraden, of doen wat ik leuk vind en nodig acht, namelijk het verbinden van domeinen en het leggen van nieuwe verbanden.
Uitleggen wat ik doe kost veel tijd en het blijft een beetje vaag
Mijn hoofd zegt dat specialiseren logisch is, maar ik doe het niet. Ik wil leren van andere disciplines. Daar haal ik plezier uit. Maar het volgen van mijn eigen weg geeft me wel het gevoel dat ik mensen teleurstel.
Ik zoek nog naar de balans. Werken vanuit meerdere disciplines kost meer tijd en dat moet ik in evenwicht zien te brengen met mijn privéleven en gezin. Bij nieuwe projecten probeer ik daarom samen te werken met specialisten. Ik besef dat ik, als generalist, nooit beter zal zijn binnen een bepaald domein dan een specialist, maar we kunnen elkaar aanvullen en van elkaar leren.’