Klimaatcrisis, de afname van biodiversiteit, wereldwijde conflicten. Het is een tijd om ondanks veel somber nieuws door te zetten. We vonden vier WUR’ers die als geen ander weten hoe dat moet.
Ik voel me schuldig dat ik hier in vrede leef
Homa Esmaeli Sooderjani is promovendus bij de Farm Technology Group. Ondanks de revolutionaire situatie in haar thuisland Iran gaat ze met hulp van haar begeleider door met haar promotieonderzoek.
‘De protesten in Iran begonnen afgelopen september na de dood van Mahsa Amini. Ze was een gewoon meisje dat werd vermoord door het regime omdat ze haar hoofddoek niet op de juiste manier zou hebben gedragen. Mahsa Amini werd een symbool voor zó veel vrouwen in Iran. Mensenrechten bestaan niet als vrouwen geen rechten hebben.’
‘De laatste maanden waren zwaar. Mijn lichaam is hier, maar met mijn hart en hoofd ben ik bij de mensen die hun leven geven voor een betere toekomst. Welke bijdrage kan ik vanuit hier leveren? Ik ga naar protesten en vertel mensen wat er aan de hand is in Iran.
Als ik hierdoor zou falen op werkgebied, zou ik me nog slechter voelen
Tegelijkertijd voel ik me schuldig dat ik hier in vrede leef terwijl mensen thuis worden vermoord. Door de protesten is de Iraanse gemeenschap in Wageningen bij elkaar gekomen. Samen proberen we uit te vinden wat onze rol is in deze revolutie.’
‘Soms is het moeilijk om door te gaan. Praten met mijn psycholoog helpt me om plezier te hebben in kleine dingen, zoals een goed gesprek. Ik praat veel met m’n huisgenoot uit Wit Rusland. Aan haar hoef ik niet alles uit te leggen, want zij weet hoe het is om te leven in een dictatuur. Sinds afgelopen zomer hebben we een kat in huis. Ik voel dat hij om me geeft: als ik het zwaar heb, komt hij naar me toe en laat hij zich aaien.’
‘Door de situatie thuis ben ik bang dat mijn onderzoek vertraging oploopt. Mijn begeleider heeft een systeem verzonnen waardoor ik me beter kan concentreren op mijn werk. Ik kan niet helpen dat de situatie in Iran me verdrietig maakt, maar als ik daardoor ook nog eens zou falen op werkgebied, zou ik me nóg slechter voelen. Mijn begeleider motiveert me om door te gaan.’
‘Ik hoop dat de protesten in Iran snel vruchten af zullen werpen want hoe langer het duurt, hoe meer mensen in de gevangenis terechtkomen of worden vermoord. Diep van binnen voel ik dat het gaat lukken. Het motto van het protest is Vrouw, Leven, Vrijheid. Als we dat bereiken, hebben we alles wat we nodig hebben.’
Ik ben weggelopen uit het gesprek, ik kon het niet aanhoren
Esma Staal is derdejaars bachelorstudent Voeding en Gezondheid en handbalster bij eredivisieclub VZV en bij Jong Oranje (onder twintig). Na twee ernstige knieblessures probeert ze draad weer op te pakken.
‘Ik wist direct dat het goed mis was. Tijdens de Noord Holland Cup speelden we in augustus 2020 tegen drie andere eredivisieploegen. In de tweede wedstrijd sprong ik om te schieten, kreeg een duw en kon mijzelf niet meer goed opvangen. Er schoot een felle pijn door mijn linker knie. Ik heb het moment nog vaak teruggekeken en je ziet ‘em een rare knak maken: de voorste kruisband was gescheurd. Het werd een operatie en daarna revalideren. Ik wilde zo graag mee naar het EK met Oranje U19, maar ik hield er rekening mee dat het niet zou lukken. Ik zette het uit mijn hoofd. Na een trage start ging het toch voorspoedig en kon ik mee als verdediger. Het was zo gaaf om mee te maken. Daarna begon ik aan een nieuw seizoen eredivisie en alles ging goed. Tot april dit jaar. Tijdens een wedstrijd zette ik een stapje naar links. Ik voelde geen pijn, maar ik kon plotseling niet meer lopen. ‘Ik moet even stoppen, m’n knie doet gek’, zei ik. De maandag erop bleek dat de kruisband en allebei de meniscussen kapot waren. Ik was boos en vond het oneerlijk.
Nu revalideer ik al zeven maanden en mag ik net beginnen met rennen
Waarom ik? Ik snapte het niet, ik was hartstikke fit. Ik ben ooit op de handbalacademie begonnen met een droom. Het klinkt misschien overdreven, maar je wereld stort op dat moment helemaal in. Ik leefde voor handbal. Mijn studie, mijn vrienden: ik had alles zo ingericht dat handbal op 1 stond. Dan lijkt plotseling alles zo ver weg.
Met de orthopeed heb ik het er kort over gehad om met tape en met een brace snel terug te keren. Maar dat zou permanente schade kunnen opleveren. Dus dan moet de knop om. Er moest toch een tweede operatie komen. Tijdens een gesprek over ‘pees uit de hamstring halen, extra bandje erin…’ ben ik weggelopen. Ik kon het niet aanhoren. In mei werd ik uiteindelijk geopereerd. Onlangs kreeg ik er ook nog een slijmbeursontsteking bij in dezelfde knie. Ik dacht: het lijkt wel of mijn lichaam een signaal geeft dat ik niet meer op topsportniveau moet gaan spelen. Nu revalideer ik al zeven maanden en mag ik net beginnen met rennen. Ik heb geen concreet doel, behalve herstellen en hopen dat ik er in september weer sta. Daar ga ik vol voor. Het enige voordeel: ik ben nog nooit zoveel op de campus geweest, haha. Ik focus mij nu volledig op mijn studie.’
Je zielig voelen helpt niet
Jos Borkent kreeg als kind te horen dat hij nooit zou kunnen werken. Vorige maand promoveerde hij op een studie naar ondervoeding bij ouderen.
‘Dit traject was voor mij meer dan zomaar een promotie. Ik ben op mijn dertiende ernstig ziek geworden. Ik heb de Ziekte van Crohn. De medicatie werkte niet en het ging steeds slechter. Werken was voor mij niet weggelegd, was de boodschap. Dus: zoek maar uit wat je met je leven gaat doen, want meer dan dit zit er niet in. Feitelijk werd ik toen al arbeidsongeschikt verklaard.
Het vwo heb ik thuis gedaan. Ik sliep op een gegeven moment twintig uur per dag. Tot ik andere medicatie kreeg en het ineens een stuk beter ging.
Als ik even goed ben als een ander, sta ik achter, want ik ben ziek en zij niet
Ik heb de hbo-studie Voeding en Diëtetiek afgerond en ben daarna voor mezelf begonnen met beleggen in goud en zilver. Daar bleek ik goed in. Maar op een gegeven moment ging het mijn leven te veel beheersen en heb ik de hele boel verkocht.
Vervolgens ben ik gaan studeren: Health Sciences aan de VU. Eigenlijk wilde ik naar Wageningen, maar mijn cijfers waren niet goed genoeg. Mijn stage moest ik vanwege mijn gezondheid online doen. Dat kon aan de HAN in Nijmegen bij Marian de van der Schueren. Zij zei: data-analyse en stukken schrijven kun je ook thuis doen. Die stage mondde uiteindelijk uit in een promotie bij Marian, die inmiddels buitengewoon hoogleraar Diëtetiek in Wageningen was geworden.
Vanaf het moment dat ik ziek werd, heb ik me altijd moeten aanpassen. Dat heb ik al geleerd toen ik op mijn dertiende acht weken in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht lag. Daar liggen alleen maar ernstig zieke kinderen. Probeer er wat van te maken, was de boodschap. Je zielig voelen helpt niet. Ze zijn daar heel erg gericht op vechten en doorgaan. Daar heb ik geleerd dat ik het zelf zal moeten doen. Ik werk nu twintig uur per week bij de HAN. En daarvan maar één dag in Nijmegen; de rest thuis om de reistijd te beperken. Dat gaat prima. Ik heb geleerd creatief te zijn, omdat mijn mogelijkheden door de ziekte beperkter zijn. Ik probeer dus ergens heel goed in te zijn, daarmee kan ik compenseren. Als ik even goed ben als een ander, sta ik achter, want ik ben ziek en zij niet.’
Het leven is veel te leuk om te stoppen
Bachelorstudent Bos- en Natuurbeheer Ilja Bouwknegt schrijft als columnist en studentredacteur voor Resource. In haar eindexamenjaar overleed haar moeder Annemieke aan de gevolgen van uitgezaaide borstkanker.
In december 2016 is mijn moeder overleden. Ik was nog geen achttien en zat in mijn eindexamenjaar. Ook zonder de dood van je moeder is dat een bijzondere overgangsfase in je leven: het afronden van de middelbare school en de stap naar de universiteit. Tijdens het rouwen heb ik gewoon meegedaan aan de eindexamens. Ik dacht: gewoon proberen, als het niet lukt doe ik het jaar over.
Ik vind het juist fijn om over mijn moeder te praten
Ik slaagde en ging naar Wageningen om Biologie te studeren. Waarom? Ik houd van natuur en alles wat leeft. Later bleek het toch niet helemaal te passen en ben ik overgestapt naar Bos- en Natuurbeheer.
Mijn moeder was grappig, ondernemend en heel lief. Ze schreef columns voor de lokale krant en had een blog die nog steeds online staat. Ik doe veel dingen die zij ook leuk vond om te doen, zoals schrijven. Net als zij ben ik steeds nieuwe dingen aan het ontdekken en creëren.
Het overlijden van mijn moeder was en blijft heftig. Naast het verdriet krijg je ook een ander perspectief op het leven. Er zijn belangrijkere dingen in het leven dan presteren op school of de uni. Ik ben vooral gaan studeren om nieuwe dingen te ontdekken en ervaren, niet om goede cijfers te halen.
Elk jaar spreken we thuis af met het gezin op 1 december—de dag dat ze overleed—en gaan we een eindje wandelen en koffie drinken. Dan praten we over haar. Het is een dag van herinnering.
De meeste van mijn leeftijdsgenoten weten—gelukkig—niet hoe het is om een ouder te verliezen. Daardoor begrijpen ze soms minder goed hoe het voor mij voelt en weten ze soms niet hoe ze ermee om moeten gaan. Niet gek, want niemand leert je dat. Maar ik vind het juist fijn om over mijn moeder te praten.
Een vriend zei ooit tegen me: wat goed dat je bent doorgegaan. Maar wat moet je anders? Het leven is veel te leuk om te stoppen. Je moet door.’