Met enige regelmaat sneuvelen er bomen op de campus voor bouwprojecten. Bomen planten is dus nieuws. En zeker als het er 2200 zijn. Leo Goudzwaard, onderzoeksmedewerker bij Bosecologie en Bosbeheer, en zijn team zijn al de hele week bezig met die operatie.
Een stukje weiland van om en nabij een hectare, grenzend aan de noordkant van het Dassenbos, wordt omgevormd tot bos. ‘Dit weitje was in gebruik door Carus en kwam vrij’, licht Goudzwaard toe. ‘Met een aantal mensen is toen het idee opgepakt om er bomen te planten en het Dassenbos uit te breiden. Voor extra groen en biodiversiteit op de campus. Volgens de Nederlandse Bossenstrategie moet er vóór 2030 37.000 hectare extra bos worden geplant. Een klein stukje daarvan doen wij hier.’
De nieuwe beplanting staat los van de compensatie voor de bomen die zijn gesneuveld voor de aanleg van de busbaan aan de andere kant van het Dassenbos. WUR en natuurclub Mooi Wageningen liggen daarover nog met elkaar in de clinch. Voor die compensatie wordt nog ruimte vrijgehouden grenzend aan de nieuwe aanplant.
Sneeuwbal
Het Dassenbos 2.0 is geen voortzetting van het origineel. ‘Juist niet’, zegt Goudzwaard. ‘Voor de diversiteit is het juist interessant om andere soorten te kiezen. We planten twintig verschillende soorten, waaronder kardinaalsmuts, liguster, sneeuwbal, berk en wilde appel. Veel bloeiende struiken met bessen, maar ook bomen. Het wordt heel divers qua soorten en structuur.’
Voor de diversiteit is het juist interessant om andere soorten te kiezen
Leo Goudzwaard, onderzoeksmedewerker Bosecologie en Bosbeheer
Voor het planten wordt de grond losgewoeld. Goudzwaard: ‘De grond is flink verdicht. Onder de dunne bovenlaag is de grond keihard. Een kraan met een mes snijdt de grond open. Met een elektrische gatenboor worden vervolgens de plantgaten gemaakt. Het is al met al een heel werk. We zijn de hele week al bezig. Maandag hopen we klaar te zijn.’
Een deel van de bomen op het terrein dient de wetenschap. De geplante soorten lijsterbes, elsbes, veldesdoorn en boomhazelaar maken onderdeel uit van een studie in het kader van het programma Climate Smart Forestry. Onderdeel daarvan is het toetsen van hoe minder bekende soorten het doen op de verschillende bodems in het land.