Een maand geleden schreef ik over perikelen met het openbaar vervoer. Door een vertraagde bus miste ik op station Rhenen mijn overstap. Ik was erg lang onderweg. Het alternatief, de auto, biedt een ongeëvenaard comfort. Tenminste, voor de inzittende. Alle anderen hebben er juist last van. Denk aan vervuiling door fijnstof en stikstof, CO2-uitstoot, het grotere beslag op de publieke ruimte in populaire centra en een grotere energiebehoefte. Je lichaam verpakken in duizend kilo blik is niet bepaald een efficiënte manier om jezelf te verplaatsen.
Wat niet makkelijk zichtbaar is, zijn de niet-gerealiseerde alternatieven. De werkelijkheden die nu niet bestaan, zijn de opofferingen van je huidige keuze. Economen noemen het de opportunity costs. Bijvoorbeeld: op onze campus liggen 9 voetbalvelden aan parkeerplaatsen. De opportunity costs hiervan zijn 9 voetbalvelden aan recreatiemogelijkheden, natuur of onderwijsruimte. Of gewoon 9 voetbalvelden. Het is een populaire sport.
Het denken over die alternatieven wordt aangezwengeld door Actiegroep Nieuwe Mobiliteit Wageningen. Deze groep ageert tegen het plan Beter Bereikbaar Wageningen. Maandag schreef Resource over de uitkomst van een enquête die de oprichters eerder hielden: de respondenten hekelen de centrale rol die de auto krijgt in de toekomstige bereikbaarheid van Wageningen. Een terechte vraag die de actiegroep stelt: welke waarden willen we terugzien in onze publieke ruimte? Als je bijvoorbeeld de waarden veiligheid, klimaatneutraliteit en gezondheid centraal zet, kom je niet uit op een grote rol voor auto’s.
Er wordt ingezet op méér asfalt, niet op een treinstation. Terwijl we al veel asfalt hebben en niet één treinstation
Een gedeelte van het nieuwe asfalt van Beter Bereikbaar Wageningen zal als exclusieve busbaan door het leven gaan. Je zou misschien denken dat er, inderdaad, ruim baan wordt gegeven aan het busvervoer. Maar toch: er wordt ingezet op méér asfalt, niet op een treinstation. Terwijl we al veel asfalt hebben en niet eens één treinstation. Bovendien: iedereen die wel eens tijdens de spits de bus neemt naar Ede-Wageningen, weet dat vaak de helft van de reizigers moet staan. Veel mensen staan liever in de file, dan in een bus. Zelfs als die bus op de vrije busbaan het autoverkeer voorbij mag. Kom op, maak dat ov een beetje aantrekkelijk!
De fundamentele vraag – wat is de beste invulling van de publieke ruimte – wordt als vanzelfsprekend beantwoord vanuit een gedachtepatroon waarin de auto centraal staat. Uitzoomen hiervan is lastig. Dat vraagt om de overstap te maken naar een ander perspectief. Ik vrees dat die overstap nog veel langer gaat duren dan mijn moeilijke overstap op station Rhenen.
Steven doet een master Economie en Beleid en slaat graag van zich af op de squashbaan. Hij staat altijd open voor een potje squash en een goed gesprek. Je kan hem hier mailen.
Meer columns:
- Column Ananya: Een lange, lange lijst
- Column Guido Camps: Wolven
- Column Willy: Zet WUR kennis in voor welvaart of winst?