Kikkers zijn er, net als veel soorten in de natuur, in allerlei maten, vormen en kleurpatronen. Waarom is dat eigenlijk? Waarom is de ene kikker opvallend en bont gekleurd en valt de andere weg in de achtergrond? Bioloog Alexander Kotrschal (Gedragsecologie) heeft daar samen met Chinese onderzoekers een verklaring voor gevonden: het heeft te doen met camouflage en predatie.
Het idee ontstond toen hij op bezoek bij zijn Chinese collega’s hoorde dat sommige kikkers makkelijker te vangen zijn dan andere. ‘Goed gecamoufleerde kikkers zijn, als je ze eenmaal ziet, makkelijker te vangen dan opzichtig gekleurde kikkers. Waarom is dat zo? Zijn goed gecamoufleerde kikkers misschien minder slim?’ Een eerste snelle test wees inderdaad in die richting.
Foto’s
‘We hebben heel veel foto’s gemaakt van kikkers in hun natuurlijke omgeving en die laten zien aan tien Chinese studenten’, vertelt Kotrschal. ‘De vraag was de kikkers te rangschikken op hoe goed ze waren gecamoufleerd. Die rating kwam goed overeen met de grootte van de hersenen van de kikkers.’ Het vormde de inleiding tot een veel grotere studie naar meer dan honderd soorten kikkers.
In een omgeving waar energie (voedsel) schaars is, is het hebben van grote hersenen een nadeel
Alexander Kotrschal, gedragsbioloog
‘Over het algemeen is het in de natuur zo dat hoe groter de hersenen, hoe groter de kans op overleven’, licht Kotrschal toe. ‘Je bent immers slimmer en kunt beter ontsnappen aan je belagers. Ik zie dat bij mijn onderzoek in Wageningen naar guppies: hoe groter de predatiedruk, hoe groter de hersenen. Maar dat werkt niet zo bij alle diersoorten. Wij denken nu te weten hoe dat zit.’
‘Hersenen kosten veel energie’, gaat Kotrschal verder. ‘In een omgeving waar energie (voedsel) schaars is, is het hebben van grote hersenen dus een nadeel. Onder hoge predatiedruk is het moeilijker aan voedsel te komen en te overleven. Onder hoge predatiedruk zijn dieren met kleinere hersenen en camouflage dus in het voordeel. Zij hebben minder energie nodig.’
Omgekeerd werkt het ook: bij minder predatiedruk kunnen dieren zich grotere hersenen en minder camouflage veroorloven. Predatiedruk zorgt overigens niet alleen voor kleinere hersenen, maar ook voor kleinere dieren. Kotrschal: ‘Hoe groter het dier, hoe langer het duurt voordat het volwassen is en zich voortplant. Dat betekent dus een grotere kans om opgegeten te worden. Kleine dieren zijn dus in het voordeel.’
Guppies
Hersenomvang is maar een ruwe indicator van mentale capaciteiten en hun link met camouflage. ‘Wat ik eigenlijk graag zou willen doen is kijken naar de intellectuele capaciteiten van deze dieren. Dus welke aspecten van cognitie houden verband met welke eigenschappen. Voor kikkers is dat praktisch lastig uitvoerbaar. In mijn lab probeer ik dat onderzoek te doen met guppies.’