Offshore windmolens zijn van invloed op het gedrag van vogels als alken en zeekoeten. Maar hoe precies is niet duidelijk. Mijden de vogels de windparken, wennen ze aan die indringers in hun habitat of trekken ze zich er niks van aan? Tellingen vanuit de lucht kunnen daar antwoord op geven. WUR leert computers dat te doen aan de hand van luchtfoto’s.
Tellen is nu nog mensenwerk. Waarnemers vanuit vliegtuigen tellen wat ze zien. Dat is niet alleen tijdrovend, maar ook in toenemende mate onmogelijk. ‘Doordat windmolens steeds hoger worden, moeten vliegtuigen steeds hoger vliegen’, licht projectleider Afra Asjes (Wageningen Marine Research) toe. ‘Waarneming is daardoor niet meer goed mogelijk.’
High tech camera’s
De oplossing is met goede (high definition) camera’s luchtfoto’s te maken op grotere (ruim 500 meter) hoogte. Het lezen van die foto’s is evenwel nog steeds mensenwerk. Onderzoekers van Agro Food Robotics leren met kunstmatige intelligentie computers dit klusje te doen. Software moet zeevogels en zeezoogdieren detecteren, identificeren en tellen.
Het idee om menselijke waarneming van dieren te vervangen door computers is niet nieuw. WUR-onderzoeker Jasper Eikelenboom promoveerde vorig jaar op een soortgelijke studie, waarbij wild op de Afrikaanse savannes op die manier in kaart wordt gebracht. Toepassing voor monitoring op zee is wel nieuw. Als het werkt zou op termijn alle monitoring vanuit vliegtuigen zo gedaan kunnen worden.
In het project werkt WUR (Agro Food Robotics en Marine Research) samen met het Duitse BioConsult SH, Gemini Windpark en Observation International (oa de app Obsidentify). BioConsult en RWS leveren de beelden (het lesmateriaal) voor de computer. Die beelden zijn van de windparken bij Schiermonnikoog en voor de kust van Rotterdam.
Habitat
Om het effect van windparken op dieren te analyseren, worden de beelden in de parken vergeleken met die daarbuiten. De verschillen leveren inzicht in de verspreiding van de vogels en het verlies aan habitat door de bouw van windparken. Het project moet eind 2025 klaar zijn.