Stress versterkt de hardnekkigheid van de overtuigingen die schuilgaan achter psychiatrische stoornissen, vooroordelen en complotdenken. En daarom kunnen maatregelen die sociale stress verminderen – een basisinkomen of betere baanbescherming – de meest effectieve manier zijn om problemen tegen te gaan zoals depressie, psychose, discriminatie en samenzweringstheorieën.
Dat is de strekking van een nieuwe publicatie in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift PNAS, met de Wageningse ‘kantelpunten-hoogleraar’ Marten Scheffer als hoofdauteur. Scheffer en zijn co-auteurs – de Leidse neurobioloog Sander Nieuwenhuis, UvA-hoogleraar psychologie Denny Borsboom en de Canadese sociaal wetenschapper Frances Westley – beschrijven recente bevindingen uit hun vakgebieden die aantonen hoe stressvolle omstandigheden de rigiditeit van schadelijke overtuigingen vergroten. Die inzichten verklaren ook waarom samenzweringsdenken en psychiatrische stoornissen historisch gezien juist pieken tijdens crisissen, ofwel tijden van grote sociale stress.
Volgens Scheffer hebben de bevindingen ingrijpende implicaties. ‘Als we psychische stoornissen, vooroordelen en complotdenken willen terugdringen, dan moeten we de sociale stress verminderen die gepaard gaat met onzekerheid over essentiële zaken als werk en inkomen.’
Effectarme feiten
Dat is dus iets anders dan met feiten schermen, een tot nu toe gangbare reflex om mensen op andere gedachten te brengen. Maar feiten veranderen weinig aan valse overtuigingen, benadrukt de publicatie. ‘Het heeft verrassend weinig effect om een anorexiapatiënt in de spiegel te laten kijken, of om bewijs te leveren dat de presidentsverkiezingen in de VS níet zijn gestolen.’
Het is geen toeval dat de gelehesjesbeweging of het jihadisme nogal wat lone wulfs aantrokken.
Marten Scheffer, hoogleraar Aquatische Ecologie
De bekende confirmation bias, het feit dat mensen ontvankelijker zijn voor informatie die hun denkbeelden onderschrijft dan voor informatie die ze ontkracht, is een van de redenen waarom mensen niet ‘zomaar’ met feiten van hun ideeën af te brengen zijn. Bij overtuigingen die sterk genoeg zijn om als spil te dienen van groepsvorming, zoals bij antivaxers of dieractivisten, speelt bovendien mee dat aan het loslaten van zo’n overtuiging een hoge prijs hangt qua sociale identiteit en relaties. ‘Vooral voor jonge mannen is soms nog belangrijker dát ze ergens bij horen, dan waarbij’, licht Scheffer telefonisch toe. ‘Bepaalde groeperingen spelen daar geraffineerd op in; het is geen toeval dat de gelehesjesbeweging of het jihadisme nogal wat lone wulfs aantrokken. Het wordt wel we-washing genoemd, naar analogie van greenwashing.’
Uit het konijnenhol
De in PNAS gepubliceerde inzichten van Scheffer en zijn co-auteurs bieden nieuwe aanknopingspunten over wat de samenleving dan wél kan doen om mensen uit hun overtuigingsval te halen en schadelijke overtuigingen zodoende minder hardnekkig te maken. Ze concluderen dat twee elementen centraal staan: ten eerste langdurige blootstelling aan ‘tegenbewijs’ en ten tweede verbetering van onderwijs en vermindering van sociale stress, bijvoorbeeld via een universeel basisinkomen.
‘Vooroordelen, een gebrek aan autoriteiten én ongelijkheid zijn belangrijke redenen waarom mensen “in het konijnenhol” belanden, waar ze hun schadelijke overtuigingen alleen maar versterkt zien’, leggen ze uit. Ze wijzen erop dat de aanname dat een basisinkomen de veerkracht van schadelijke overtuigingen verrassend ver kan terugdringen, strookt met eerdere bevindingen dat een basisinkomen geestelijke gezondheidsproblemen lijkt te verminderen.