Iedereen is onmisbaar op de campus, maar niet iedereen staat in de schijnwerpers of strijkt met de eer van het harde (team)werk. Resource bracht deze collega’s de afgelopen twee jaar voor het voetlicht in de serie Sleutelfiguren. In deze laatste aflevering Raymond Kraaijenzang (51), klusjesman van Nexus, Actio, de Bongerd, Clockbuilding en De Valk.
‘Als ik de vraag krijg “Kan je dit repareren?”, antwoord ik meestal “ja”. Ik zie hoe dingen in elkaar zitten, van fietsen tot beeldbelinstallaties. Ik heb handige handjes waarmee ik al honderden dingen zoals kraanrubbers, toiletvlotters en kranen heb vervangen. Het vervelendste klusje is wc’s ontstoppen, maar het hoort erbij. En als ik met mijn bladblazer alle rotzooi opruim, ben ik weer blij. Ik begin de dag met een rondje over de campus in mijn eigen bus, ik vul de kopieerapparaten bij, doe de binnengekomen post in postvakken en repareer dingen die ik zie. Daarna plan ik mijn verdere dag aan de hand van de reparatieverzoeken in het systeem Planon.
Ik werk eigenlijk altijd in mijn eentje, ik ben ook de enige binnen de universiteit die dit doet, en dat vind ik heerlijk. Als ik moet samenwerken, zorg ik ervoor dat ik daarbinnen toch mijn eigen taakje heb. Dit is mijn eerste baan waarin ik zelfstandig kan werken; eerder hielden ze me in de gaten, moest ik targets halen en productie draaien – niks voor mij.
Ik ben trots op wat ik doe, maar ik zou meer waardering willen krijgen in de vorm van salaris; ik zit bijna in de allerlaagste salarisschaal. Om er één hoger te komen moet ik cursussen doen, maar ik ben nooit goed geweest in leren en examens afleggen, waardoor ik vroeger op speciaal onderwijs zat.
Ik werk altijd in mijn eentje en dat vind ik heerlijk
Ik hoop dat anderen zullen zien hoeveel ik in de 22 jaar vaste dienstjaren bij WUR heb gedaan – en dat altijd met oog voor de medemens, met een serieus gesprek en een lading humor en vrolijkheid bij klanten. Wie weet zit een hogere schaal er nog eens in.
Bij WUR heb ik verschillende banen gehad. Eerst als schoonmaker van technische ruimten en na anderhalf jaar klusjesman op de campus met een eigen bus. Ik zag het mezelf wel tot mijn pensioen doen, maar toen ze moesten bezuinigen, werd ik overbodig omdat ze mensen met een diploma wilden houden. Via mijn oude chef werd ik conciërge op de Dreijen en in Orion, maar die universiteitsgebouwen waren me te druk. Gelukkig kwam een soortgelijke functie vrij en die doe ik nu al vijf jaar. Het liefst blijf ik dit tot mijn pensioen doen, ik vind het hartstikke leuk.’