De viskweek maakt van steeds meer verschillende grondstoffen gebruik om vissen te voeren. Niet elk ingrediënt is even goed te benutten voor de vis. Phan Le Thien Thuat ontwikkelde een nauwkeuriger manier om de verschillende visvoeders af te stemmen op de vissoort, met minder eiwitverspilling. Beter voor de vis, de kweker en het milieu.
Vismeel uit wild gevangen vis vervult slechts zo’n 7 procent van de vraag naar visvoer. De viskweeksector wijkt daarom al lange tijd uit naar alternatieven zoals soja en erwteneiwit. Alleen zijn die ook geschikt voor vee of direct voor mensen. Meer grondstoffen doen hun intrede: eiwit uit slachtafval (verwerkt dierlijk eiwit van kip en varken) en nieuwe bronnen zoals insecten, bacteriën, gist en algen. Visvoer wordt samengesteld uit een gebalanceerde hoeveelheid eiwit en energie, zodat de vis het eiwit goed benut. Te veel eiwit of te weinig energie leidt tot meer ammoniakvervuiling in het water.
Netto energie
De vraag is hoe je de hoeveelheid energie in een dieet kan bepalen uit een divers aanbod van ingrediënten. Tot nu gebruikt de sector ‘totaal verteerbare energie’ als leidraad: de verteerde hoeveelheid eiwit, koolhydraten en triglyceriden (vetten) die in de bloedbaan komen. Le Thien Thuat ontdekte dat die metingen weliswaar aangeven hoeveel is verteerd en opgenomen, maar dat dit verschilt van hoeveel energie de vis kan gebruiken voor groei. Het laatste wordt de netto benutbare energie genoemd. De sector hanteert een constante benuttingswaarde voor het geheel van het visvoer, terwijl de benutbare energie verschilt per verteerd macronutriënt (eiwit, vet of koolhydraten).
Le Thien Thuat berekende de netto energie voor verteerd eiwit, vet en koolhydraten voor vijf vissoorten waaronder pangasius. De verteerbaarheid en de energie-efficiëntie verschilden per vissoort. De nieuwe rekenmethode leverde voor de pangasius 1-20 procent nauwkeuriger energiewaarden op, afhankelijk van de ingrediënten.
Win-win-win
Met de hogere nauwkeurigheid kunnen beter gebalanceerde visvoeders samengesteld worden, afgestemd op de vissoort. Dat is economisch rendabel voor de kweker, vermindert de eiwitverspilling en de milieulast en is goed voor de vis. Op een internationaal congres over visvoeding in Sorrento was volgens Johan Schrama, de promotor van Le Thien Thuat, veel interesse vanuit het bedrijfsleven voor de nieuwe methode.