Je loopt, fietst of rijdt er dagelijks langs. Maar welke soorten staan, vliegen of kruipen er nou eigenlijk allemaal op de campus? Tweehonderd vrijwilligers en een klein legertje experts zijn vandaag en morgen op pad om dat vast te leggen. De aftrap van deze Biodiversity Challenge vond vanmiddag plaats in Omnia.
Daarmee krijgt een idee van docent Casper Quist van de leerstoelgroep Biosystematiek handen en voeten. Quist dropte het idee bij hoogleraar Liesje Mommer, de trekker van het Wageningen Biodiversity Initiative. Zij kreeg er de handen voor op elkaar van de raad van bestuur. En zo heeft WUR er een nieuwe challenge bij.
Lumen-dak
Alhoewel het zwaartepunt van de inventarisatie morgen (zaterdag) is, trekken er vanmiddag ook al groepen over de campus, op zoek naar insecten, planten, vogels, schimmels, kleine zoogdieren en water- en bodemleven. Op verwachte en onverwachte plekken. Zo neemt promovenda Eva Drukker een klein groepje mee het Lumen-dak op.
Lumen is een van de gebouwen op de campus met een groen dak. Ook het NIOO heeft zo’n dak en sinds kort Omnia. Een heel palet aan (voor de meesten) verscholen biodiversiteit ligt hier. Drukker legt het groepje graag de verdiensten van groene daken uit. Zij onderzoekt welke insecten dergelijke daken in de stad trekken en hoe die daken een biotoop vormen.
Paardenbloem
Met die insecten valt het op het Lumendak nogal tegen. Eén bij zoemt rond. Een spint kruipt over een sedumplantje. Aan de rand van het perkje staat een eenzame paardenbloem. Een exoot? ‘Nee, dat is juist goed’, zegt Drukker. ‘Vooral niet weghalen. Veel mensen trekken die aangewaaide soorten eruit, maar dat moet je niet doen. Ze zijn goed voor het ecosysteem op het dak.’
De Biodiversity Challenge moet 1000 soorten opleveren. Dat lijkt veel, maar dat valt mee. Alumnus Nika van de Meijracker inventariseerde twee jaar terug voor haar masterscriptie de plantenrijkdom op de campus. Zij kwam toen tot bijna 300 soorten, vertelt ze de toehoorders in Omnia bij de opening van de Challenge. Interessant is de heat-map die ze van haar vondsten maakte.
Omnia
Uit die kaart blijkt de oostkant van de campus verreweg de grootste rijkdom aan soorten planten te bevatten. Dat is precies de plek waar WUR inmiddels Omnia uit de grond heeft gestampt. Onbedoeld legt ze daarmee de vinger op de zere plek. Campusontwikkeling en biodiversiteit gaan zelden samen.