Spinazie krijgt te maken met meer ziekte nu pesticiden worden uitgefaseerd. Kim Magnée zocht in haar promotieonderzoek uit welke zaden het best opgewassen zijn tegen ziekte.
In de afgelopen twintig jaar is de spinazieproductie verviervoudigd. Vooral jonge spinazie, ook wel baby-leaf-spinazie genoemd, wordt steeds populairder. Boeren oogsten de jonge spinazie al binnen zes weken na het zaaien. Bovendien is de zaaidichtheid hoog en wordt het gewas meerdere keren in een seizoen geteeld. Die trend zorgt ervoor dat de vraag naar spinaziezaden enorm toeneemt en tegelijkertijd ziekte een grotere kans krijgt – zeker nu de Europese Unie chemische bestrijdingsmiddelen in de ban doet. Kim Magnée, onderzoeker bij Plant Breeding, bekeek welke zaden het meest bestand zijn tegen infectie en hoe ze die tolerantie kon verbeteren.
Verwelking
Een van de belangrijkste ziekten bij spinazie is ‘damping off’ of ‘wegvalziekte’: het niet kiemen van zaden en niet opkomen of verwelken van zaailingen. Verschillende schimmels en oömyceten (schimmelachtigen) veroorzaken deze ziekte, met name de oömyceet Pythium ultimum. Magnée ontdekte variatie in ziektetolerantie tussen spinazierassen, maar de variatie tussen zaadpartijen van eenzelfde ras bleek groter. Dit kwam onder meer door de variatie in zaadgrootte en rijpheid, omdat de plant over een groot deel van de stengel bloeit. De zaden onderaan de stengel zijn dan het grootst en meest rijp, terwijl alle zaden van de plant in een keer worden geoogst.
Magnée stelde zaden van vijf rassen van spinazie bloot aan P. ultimum. Rijpere zaden bleken beter bestand tegen de oömyceet. Van de rijpere zaden bleken vervolgens de kleinere en donkerdere zaden ook toleranter dan de grootste en lichtere. De donkere zaden die veel uv-licht of blauw licht reflecteerden waren het meest tolerant, vermoedelijk omdat ze meer fenolen bevatten die als verdedigingsstoffen kunnen dienen. Zaadbedrijven zouden zo door lichtreflectiemetingen de meest bestendige zaden kunnen selecteren. Het is nog onbekend of hier ook een genetische basis aan ten grondslag ligt.
Snellere kieming
De ziektetolerantie van zaden verbeterde Magnée door hydropriming en door dehulling. Bij hydropriming verhoogde ze tijdelijk het vochtgehalte in de zaden; dehulling betekent het verwijderen van de vruchtwand (spinaziezaad is eigenlijk een vrucht met daarbinnen het echte zaadje). Behandelde zaden hadden een hogere kiemkracht , waardoor de ziekte minder grip kreeg. Waar de selectie van zaden op grote schaal nog erg intensief zou zijn en ook betekent dat je een deel van de zaden weggooit, is zo’n zaadbehandeling goed toe te passen in de praktijk, zeker als chemische behandelingen verdwijnen.