Frustrerend, maar een feit: de collegezalen blijven leeg. Moeten we aanwezigheid voor studenten verplichten? Docent Organische Chemie Tjerk Sminia en universitair hoofddocent Bedrijfseconomie Yann de Mey over ‘de wortel en de stok’.
Yann: ‘Ik ben tegen. Een van de hoofddoelen van een universitaire opleiding is dat studenten zelf leren plannen, zelfstandig zijn en dat ze de gevolgen van hun beslissingen inzien. En beseffen dat het een verarming is van hun opleiding als ze niet naar college komen. Als je het verplicht, dan ontneem je hen dit leerproces.’
Tjerk: ‘In essentie ben ik ook tegen aanwezigheidsplicht. Alleen al om de administratie die er bij komt kijken. Verplichting past niet bij de universiteit. Er zijn wel onderdelen die je kunt verplichten, zoals practica en werkcolleges waar je vaardigheden doceert die niet online te leren zijn. In de scheikunde moet je bijvoorbeeld moleculen kunnen tekenen, dat moet je trainen. Ik wil dan direct kunnen zien hoe studenten zich ontwikkelen, de fouten kunnen ontdekken en daar op reageren. Ik weet uit ervaring dat aanwezigheid werkt. In periode 1 – toen iedereen na corona weer enthousiast naar de campus kwam – is 95 procent van mijn studenten geslaagd. In periode 2 – toen de drive om te komen weer weg was – daalde dat naar 50 procent. Dat probeer ik in mijn colleges duidelijk te maken, maar dat is kennelijk niet voldoende. Voor werkcolleges neig ik dus wél naar een plicht.’
Yann: ‘Natuurlijk kan ik mijn vakken online geven, maar de diepgang is minder. Ik merk ook: bij online lessen stellen studenten een vraag, ik geef antwoord en ze zijn weer offline. Als je samen in een ruimte zit, kun je verder de diepte in. Studenten zien dat misschien anders. Online vinden ze efficiënter. Dus ja, het is the carrot or the stick. Wij proberen studenten nu te motiveren met een bonus: de helft van de bonus staat voor de kwaliteit van het werk, de andere helft is aanwezigheid. Als studenten echt niet kunnen komen, prima, maar dan geen volledige bonus. Zo stuur je ze toch in de juiste richting zonder te zeggen “je moet er zijn”.’
Wij proberen studenten te motiveren met een bonus
Yann de Mey, universitair hoofddocent Bedrijfseconomie
Tjerk: ‘Moet dat nu echt, zo’n bonus? Gratis koffie en muffins, aangeboden door de universiteit… De opkomst blijft nu laag, dus kennelijk maken we onvoldoende duidelijk waarom ze op een universiteit zijn en welke mogelijkheden er liggen. Vooral eerstejaars moet je bij de hand nemen en dat kan dus wel met behulp van een verplichting. Later mogen ze zelf bepalen of ze wel of niet gaan.’
Yann: ‘Het is in transitie. Het kan na de zomervakantie weer aantrekken. Maar er is nu een generatie die de eerste en tweede bachelorjaren bijna helemaal online doorlopen heeft. Die zijn niet anders gewend. Een voorbeeld. Mijn vrouw werkt ook bij WUR en had een student begeleid tijdens zijn masterthesis. Het eindgesprek kon live. Mijn vrouw blij, maar de student zei: “Dan heb ik reistijd en het kost geld”, niet beseffende dat een live presentatie hem een beter punt zou opleveren. Ze moest hem echt overtuigen, hij had al heel zijn MSc online gedaan. Iedereen moet zich opnieuw aanpassen, dat is de kern van alles. Misschien moeten we ze inderdaad beter informeren, dat kan via de studieverenigingen. Zo van: dit is hoe het hoort.’
Resource: ‘Stel, de zalen blijven bij hoorcolleges toch leeg, blijven jullie dan tegen een aanwezigheidsplicht?’
Yann: ‘Zeker voor de hoorcolleges zou ik het echt nooit doen. Je kunt als drukmiddel ook nog de mogelijkheid om colleges op te nemen uitzetten. Laat studenten dan maar het boek lezen als ze diepging willen. Ik ga nooit verplichten.’
Tjerk: ‘Eens met Yann. Voor de praktische sessies is plicht wenselijk, ook voor mijn eigen motivatie, trouwens. En wij zijn óók gestopt met colleges online live beschikbaar stellen: we zetten opnames nog wel online, maar pas na drie weken. Verder moeten we dus dwingender zijn met informatie. Zoals Yann zegt, kan dat via studieverenigingen. We moeten uitleggen hoe belangrijk het is dat je er bent. Op basis van argumenten en redelijkheid.’
Yann: ‘In dat laatste geloof ik niet. Ik wil begrijpen waarom ze niet komen. Ik geloof dat de redenen divers zijn. Ik denk dat student zich van geen kwaad bewust zijn. Zo van: “Het mag toch?!” Ik wil begrijpen waarom ze niet komen, snappen ze wel wat voor impact het heeft op hun leerproces?’
Eerst op sleeptouw nemen, vanaf periode 3 mogen ze het zelf bekijken
Tjerk Sminia, docent Organische Chemie
Resource: ‘Zien jullie ook niets in een verplichting van tachtig procent, bijvoorbeeld?’
Yann: ‘Ook niet. Maar als ik merk dat de opkomst zo blijft en studenten koppig thuis achter het scherm blijven zitten, dan ga ik mijn lessen nog interactiever maken en van iedereen vragen het materiaal op voorhand door te nemen. Dan kun je live alles bespreken in de collegezaal. Je kan vragen stellen, rondlopen door de zaal, aan gezichten zien of er begrip is. Je moet wisselwerking creëren in de collegezaal, studenten prikkelen om langs te komen.’
Tjerk: ‘Ook dan: eerst op sleeptouw nemen, vanaf periode 3 mogen ze het zelf bekijken.’