Elke dag eten wereldwijd één miljard mensen chocola; toch behalen de meeste cacaoboeren geen fatsoenlijk inkomen. WUR-onderzoekers Yuca Waarts, Ken Giller en Niels Anten over de oorzaken én de oplossingen.
In de West-Afrikaanse landen Ghana en Ivoorkust, waar 70 procent van de cacao vandaan komt, leeft driekwart van de drie miljoen cacaoboeren onder de armoedegrens. ‘Hun povere inkomsten gaan op aan primaire behoeften als voedsel, medicijnen en schoolgeld. Er blijft weinig over om te investeren in de teelttechniek’, constateert econoom Yuca Waarts van Wageningen Economic Research. De cacaoboeren telen te lang door met oude cacaobomen, ze putten de bodem uit door gebrek aan mest en compost. Vaak nemen ze daarom nieuw areaal in productie door een stuk regenwoud te kappen. Ook klimaatverandering, met name droogte, pakt negatief uit voor de cacaoteelt.
Om de situatie van de kleine cacaoboer te verbeteren, zijn keurmerken in het leven geroepen, zoals Fairtrade en Rainforest Alliance, maar die leiden samen met de toenemende vraag niet tot een fatsoenlijk, leefbaar inkomen, ziet Waarts. In november becijferde zij in het rapport Balancing the Living Income Challenge dat zelfs als we twee keer zoveel zouden betalen voor chocolade veel boeren er nog steeds geen fatsoenlijk inkomen aan overhouden. Dat komt doordat ongeveer 70 procent van de boeren slechts 30 procent van de hoeveelheid cacao produceert. ‘Het verhoogt het inkomen per boer slechts een klein beetje. De prijsverhoging komt vooral terecht bij de grotere boeren. En de hogere prijzen kunnen ook tot overproductie leiden.’
Strijkstok
‘Grotere boeren werken professioneler en hebben geld voor kunstmest en het snoeien van de cacaobomen’, zegt Niels Anten, hoogleraar Gewas- en Onkruidecologie in Wageningen en al jaren betrokken bij veldexperimenten in West-Afrika.
Volgens hem zijn de kleine cacaoboeren moeilijk te bereiken en schiet de landbouwvoorlichting tekort. ‘Als ze cacaobomen terugsnoeien tot een kleiner formaat is een hogere dichtheid en een hogere opbrengst mogelijk.’
Op onderzoeksstations van het Cocoa Research Institute in Ghana zag Anten de cacao-opbrengst gemakkelijk vervijfvoudigden van 550 kilogram naar 3000 kilogram per hectare.
Amper 8 procent van de prijs van een reep chocolade komt bij de boer terecht
‘In de praktijk van de grotere boerenbedrijven bleef dat steken op 1200 kilogram. Minder dan de veldproeven, maar toch een ruime verdubbeling ten opzichte van het landelijk gemiddelde. We moeten samen met de onderzoeksinstituten nog basale vragen beantwoorden zoals welke meststoffen doorslaggevend zijn op welk type bodem’, aldus Anten.
Ken Giller, hoogleraar Plantaardige Productiesystemen ziet de armoedeval bij vrijwel alle boeren in Afrika, ook in de koffie- of maisteelt. ‘Het is de armoede van een groeiende bevolking die voor 90 procent werkzaam is in de landbouw en op steeds kleinere arealen’, analyseert Giller, die van de problematiek van de kleine Afrikaanse boeren zijn levenswerk heeft gemaakt.
Behalve gebrekkige landbouwvoorlichting investeren regeringen te weinig in kennis en infrastructuur. ‘Er bestaan wel subsidies en prijsgaranties voor cacao, maar bijvoorbeeld kunstmest is in Afrika door gebrek aan subsidies tien keer zo duur als in Azië.’ Verder wijst hij de neoliberale trend in de wereldvoedseleconomie aan als oorzaak van de armoede. ‘Twintig jaar geleden kwam nog 16 procent van de prijs van een reep chocolade bij de boer te terecht, nu is dat amper 8 procent. Bijna de helft blijft aan de strijkstok van handel, chocolademakers en supermarkten hangen.’
Schaduwbomen
Toch zijn er kansen, zegt Giller. ‘Er wordt in Ghana en Ivoorkust al steeds meer gewerkt met een diversificatie in de cacaoteelt en met landbouw in combinatie met bosbouw, agroforestry in jargon.’ Daarbij worden bijvoorbeeld cacaobomen tussen de tropische woudreuzen geplant. ‘De cacaobomen profiteren van de schaduw van de tropische bomen. Het blad dat van de bomen valt, levert compost op voor de bodem’, legt Giller uit.
Een andere optie is om bij aanplant van jonge cacaoplantjes en nieuwe tropische bomen ook bananenboompjes te planten. ‘De bananen zorgen tijdens de kwetsbare eerste jaren van de cacaoboompjes met hun enorme bladeren voor voldoende schaduw. Later nemen de tropische bomen de schaduwwerking over’, zegt Giller. ‘En de boeren beschikken met bananen over een interessant tweede gewas.’ Ook econoom Yuca Waarts ziet heil in diversificatie van de cacaoteelt. ‘Naast cacaobonen kunnen boeren ook inkomen halen uit cashewnoten, koffie en palmoliebomen. Basisuitkeringen van de overheid en corporaties kunnen bovendien helpen om een leefbaar inkomen te bewerkstelligen.’ Het planten van bomen kan ook geld opleveren aan ‘carbon credits’, de opslag van CO2 door bomen.
Volgens Frank Joosten van IDH, the Sustainable Trade Initiative, is een hele set van maatregelen nodig. IDH is een ngo die onder meer ontwikkelingsprojecten in de cacaosector meefinanciert. ‘Het probleem is dat overheden, kredietverstrekkers en multinationals nog altijd weinig met elkaar optrekken. Micro-kredietorganisaties en banken in Ivoorkust lenen bijvoorbeeld aan cacaocoöperaties en hun leden, maar stemmen dat vaak niet af met de voorlichtingsdiensten van de overheden of de duurzaamheidsprogramma’s van de multinationals.’
Een in januari aangekondigd plan van de Zwitserse multinational Nestlé kan volgens Joosten wellicht voor een trendbreuk gaan zorgen. Het bedrijf keert de boeren bovenop de prijs voor gecertificeerde cacao een bonus uit als zij meerdere gewassen naast cacao gaan telen. ‘Ze krijgen ook geld als ze cacaobomen gaan snoeien, bomen aanplanten en hun kinderen naar school sturen. Als ze alle maatregelen treffen, gaat het om een bedrag van ongeveer 475 euro per bedrijf per jaar, een substantiële toevoeging aan hun inkomen.’