Veel instellingen prefereren een eigen aanpak om seksueel geweld te stoppen. Foto Erwan Hesry/Unsplash Tot nu toe hebben 10 van de 42 benaderde universiteiten en hogescholen hun handtekening gezet onder het manifest van Amnesty om grensoverschrijdend gedrag op de campus tegen te gaan. Dat meldde het Hoger Onderwijs Persbureau begin deze week.
Het manifest volgde op een onderzoek van de mensenrechtenorganisatie waaruit bleek dat verkrachting relatief vaak voorkomt onder studenten en dat de meerderheid niet weet waar je binnen een instelling hulp kunt krijgen na seksueel geweld. Recente onderzoeken van het Interstedelijk Studenten Overleg en de Onderwijsinspectie bevestigden het beeld dat slachtoffers van ‘onveilige situaties’ vaak geen melding maken, zodat problemen soms buiten beeld blijven.
Eigen plan
De Vrije Universiteit in Amsterdam tekende het Amnesty-manifest vorig jaar als eerste. Sindsdien volgden vooralsnog slechts negen andere instellingen. WUR liet in september weten af te zien van ondertekening van het manifest en in plaats daarvan seksueel geweld te bestrijden met een eigen plan.
In dat kader staken WUR, de gemeente, Idealis en de Wageningse studentenverenigingen de koppen bij elkaar over hoe ze van Wageningen een veiliger plek voor studenten kunnen maken, zowel op de universiteit als daarbuiten. De nieuwe Resource, die morgen verschijnt, gaat dieper in op hoe de studentenverenigingen daar vervolg aan hebben gegeven.
Urgentie voelen
Amnesty erkent dat het lage aantal ondertekenaars niet betekent dat hogescholen en universiteiten het probleem bagatelliseren. ‘Die urgentie voelen de instellingen wel, zeker na de rel rond The Voice en de onderzoeken onder studenten die naar buiten zijn gekomen. Ze zijn ermee aan de slag en we hebben het gevoel dat het serieus genomen wordt’, aldus Amnesty’s campagnemedewerker Janna Willems tegen het HOP.
Ze hoopt dat het aantal handtekeningen onder het manifest nog toeneemt. ‘We verwachten dat er binnen een paar weken weer tien instellingen tekenen en dan staat de teller op twintig. Het is een belangrijk signaal voor studenten en de buitenwereld, dus we hopen dat alle instellingen voor het volgende academische jaar meedoen.’
