Wat definieert anno 2022 een ‘echte’ expert? Om als wetenschapper gehoord te worden in een maatschappij waarin ‘eigen feiten’ er soms meer toe lijken te doen dan jouw grondige onderzoekswerk, is meer nodig dan een bak aan vakkennis.
‘We have the facts, why don’t you listen to what we have to say?!’ Een wanhopig roepende Leonardo DiCaprio, die als professor Randall Minke in de Netflix-kraker ‘Don’t look up’ de wereld probeert te waarschuwen voor een naderende ramp, schalt door Impulse. Volgens publiciste Wytske Versteeg, die het fragment toonde tijdens haar lezing voor Studium Generale, herkennen veel wetenschappers die frustratie als jouw bevindingen niet lekker ‘landen’ bij je publiek. Als mensen je werk niet op waarde schatten, of erger: in twijfel trekken, belachelijk maken of zelfs afserveren.
Versteeg was vorige maand te gast bij Studium Generale om het te hebben over een vraag die al een tijdje actueel is en waarop ze in 2018 promoveerde: wat definieert een expert*? En wat is ervoor nodig om (h)erkend te worden als expert? Een bak aan kennis is niet genoeg, weet ze; er zijn nog veel meer krachten die bepalen of jouw werk serieus wordt genomen of juist niet. Vraag maar aan de wetenschappers die meemaakten hoe hun consciëntieuze studies werden weggezet als ‘ook maar een mening’ of zelfs als niet serieus te nemen alternatieve feiten dan wel moedwillige manipulatie.
Wageningse wetenschappers zitten ook weleens in dat beklaagdenbankje. Vrij recent nog de stikstofonderzoekers bijvoorbeeld, die er door actievoerende boeren van werden beschuldigd ‘dankbaar gebruik te maken van hun kans om te scoren bij het ministerie’. Of de ecologen waarover de directeur van Nationaal Park De Hoge Veluwe – met dat wolfwerende hek eromheen, ja – luidkeels riep dat hun wolvenonderzoek ‘gekleurd en bevooroordeeld’ is en wel in die mate dat het maar beter kan worden overgedaan door buitenlandse wetenschappers. Klimaatwetenschappers hebben er natuurlijk al jarenlang ervaring mee om bestempeld te worden als drammers en fantasten, net als meer recent de experts op het gebied van virologie en zoönosen.
Desinformatie
Af en toe drijft dat tot wanhoop, dat ongefundeerde in twijfel trekken van je wetenschappelijke expertise en integriteit. Het gekmakende besef dat er mensen zijn die wél waarde hechten aan de ‘urenlange eigen research’ van een topmodel of moonsisters, maar níet aan gedegen wetenschappelijk onderzoek. De bizarre realiteit dat in sommige kringen complottheorieën en broodje-aapverhalen eerder worden aanvaard dan uitentreuren bewezen wetenschappelijke kennis. Onderwijsminister Robert Dijkgraaf noemde het onlangs de grootste verrassing van de coronapandemie: ‘Niet de ernst van de ziekte. Niet het succes van de vaccins. Maar dat desinformatie zich net zo snel over de aardbol kan verspreidden als virusdeeltjes.’
Gelukkig is er ook nog goed nieuws: ondanks alle tegenwind staat wetenschap nog steeds met stip op 1 als het gaat om instituties waarin de Nederlander vertrouwen heeft – nog boven de rechtspraak en de journalistiek. En sinds de coronapandemie is dat vertrouwen niet af- maar tóegenomen. Van een 7,07 in 2018 naar een 7,42 in 2021, aldus onderzoek van het Rathenau instituut.
Kennis is ook áltijd relationeel
En als je goed luistert, hoor je die ijzersterke vertrouwenspositie zelfs terug in de taal van groepen die meestal als anti-wetenschap worden gezien, betoogde Versteeg. Hun vocabulaire vertoont namelijk opmerkelijk veel overeenkomsten met dat van de wetenschap. Virusontkenners en antivaxxers ‘doen hun eigen research’, ‘checken hun bronnen’, ‘willen weleens de ruwe data zien’ en ‘nemen niets zomaar aan, maar denken kritisch na’.
Versteeg verklaarde dat mede uit een soort waardenschaamte, een begrip dat WUR-gasthoogleraar Wetenschapscommunicatie Hedwig te Molder begin vorig jaar te berde bracht. Versteeg: ‘De moderne mens is zó beducht om te praten over waarden en emoties, dat we ons in plaats daarvan richten op een strijd om de feiten. Het inzetten van wetenschappelijke taal is vaak een manier om gehoord te worden of om te mogen meepraten. Waarom zou je jezelf kwetsbaar maken door het over gevoel te hebben, als je weet dat de kans groot is dat dat wordt weggezet als niet-wetenschappelijk, irrationeel of irrelevant?’
Emotie
Nog een constatering: de zogenaamde weerstand tegen de wetenschap is óók een manier voor mensen om zichzelf te definiëren; om te onderstrepen wie ze zijn ten opzichte van anderen. ‘Buitenstaanders beschouwen een vaccinatieweigeraar misschien als een irrationeel iemand die zichzelf op verkeerde gronden een waardevol, bewezen effectief prikje ontzegt. Maar zo zal die persoon het zelf absoluut niet beleven: die definieert zichzelf waarschijnlijk eerder als een kritische geest die niet met de meute meeholt’, nuanceert Versteeg. Veel van de wetenschapskritiek gaat dus helemaal niet over wetenschap, maar over wereld- en zelfbeelden. ‘Vergis je niet: kennis is ook áltijd relationeel’, aldus Versteeg. ‘En wetenschap is doordrenkt van emoties en maatschappelijke waarden – dus logisch dat het veel discussie losmaakt.’
Veel wetenschapskritiek gaat niet over wetenschap, maar over wereld- en zelfbeelden
*Meer lezen? Versteegs proefschrift is getiteld How do you know? Everyday negotiations of expert authority en is online te vinden.