Bij iets simpels als het openen van een plastic flesje komen al microplastics vrij: plastic deeltjes tussen 1 en 5.000 micrometer groot. We krijgen ze binnen via eten en drinken, maar ook via de lucht. De gevolgen voor de gezondheid zijn nog onduidelijk. Nur Hazimah Mohamed Nor, onderzoeker bij Aquatische Ecologie en Waterbeheer, zocht uit hoeveel we er precies van binnenkrijgen en ophopen.
Per week zou een mens gemiddeld een bankpas (5 gram) aan plastic binnenkrijgen. Dat was de conclusie van een onderzoek van University of Newcastle in opdracht van WWF Singapore in 2019. De kranten stonden er vol mee. Voor Mohamed Nor was het aanleiding om in de reis te duiken van microplastics door het menselijk lichaam. Slikken we echt zoveel plastic?
Een korreltje zout
Mohamed Nor bouwde een model om te berekenen hoeveel microplastics je binnenkrijgt via inademing en acht etenswaren waarvan de concentratie microplastics bekend is (vis, schelpdier, schaaldier, kraanwater, fleswater, zout, bier en melk). Volgens haar model krijgt een volwassene dagelijks gemiddeld 880 plasticdeeltjes binnen, een kind tot achttien jaar 510 deeltjes. Zowel kind als volwassene poepen ongeveer een gelijke hoeveelheid microplastics uit, namelijk 480 of 490 deeltjes per dag. Dat een kind net zoveel verliest als een volwassen mens kan komen door de snellere stofwisseling.
Het model rekende ook uit hoeveel microplastics iemand tot het zeventigste levensjaar ophoopt in het lichaam. Dat komt neer op iets meer dan vijftigduizend deeltjes – dat klinkt veel, maar is slechts 0,04 microgram, een fractie van een zandkorrel. De bankpas per week kun je dus met een korreltje zout nemen. Een belangrijke kanttekening: de etenswaren in Mohamed Nors model beslaan slechts een vijfde van de hoeveelheid voedsel die je dagelijks eet. Van veel producten, zoals graan, rijst, groenten, fruit, vlees en bewerkte voedingsmiddelen is nog onbekend hoeveel microplastics erin zitten.
Vangen of loslaten
Een mogelijk gezondheidsrisico van microplastics is dat chemische stoffen (zoals PCB, polychloorbifenyl) meeliften op het plastic en achterblijven in het lichaam – het zogenaamde vectoreffect. Mohamed Nor simuleerde dit proces in vitro in een namaakdarm. De opname of afgifte bleek af te hangen van de concentratie van de chemische stof in darm en microplastic. Als de concentratie hoger is in de darm, neemt het plastic de stof op en maakt zo de darm juist schoner. Is de concentratie hoger in het plastic, dan geeft het de stof af aan de darm. Het type microplastic bepaalt hoe snel stoffen worden opgenomen of afgegeven. Uit het model bleek dat microplastics slechts een kleine bijdrage leveren aan de chemische stoffen waaraan ons lichaam wordt blootgesteld.