Gas, benzine en elektriciteit zijn veel duurder dan vorig jaar en ook de prijzen van de dagelijkse boodschappen schieten omhoog. Door de inflatie kan het collegegeld voor het hoger onderwijs oplopen met 140 euro tot zo’n 2.350 euro.
Dat blijkt uit een berekening van het HOP. Die toename is bijna net zo hoog als in de voorgaande vier jaren bij elkaar. Meestal gaat het collegegeld maar een paar tientjes per jaar omhoog. De inflatie bedroeg afgelopen januari 6,4 procent. De prijsstijgingen kunnen betekenen dat studenten in september 2023 een wettelijk collegegeld van 2.350 euro gaan betalen, oftewel 141 euro meer dan nu.
Alles op alles
‘Het kabinet moet echt alles op alles gaan zetten om te voorkomen dat het collegegeld voor komend studiejaar verhoogd wordt’, reageert Lisanne de Roos van het Interstedelijk Studenten Overleg. De politiek zoekt naar oplossingen voor het verlies aan koopkracht van allerlei groepen. ‘Studenten mogen absoluut niet worden vergeten’, vindt De Roos. ‘Ook zij hebben last van de inflatie en de hoge energieprijzen. Hen nu nóg harder in hun portemonnee raken zou echt onbegrijpelijk zijn.’
Het kabinet kan de verhoging van het collegegeld in principe makkelijk tegenhouden. Daarvoor hoeft de wet niet aangepast te worden. Daarin staat alleen dat het tarief ‘bij algemene maatregel van bestuur’ wordt vastgesteld. De jaarlijkse berekening van het collegegeldtarief staat in een “uitvoeringsbesluit” uit 2008. Het ministerie van OCW gebruikt daarbij de consumentenprijsindex van de maand april. Het is afwachten hoe hoog inflatie dan zal zijn.
Met de helft toegenomen
In 2008 was het collegegeld 1.565 euro. Als er inderdaad 140 euro bijkomt, dan is het wettelijke collegegeldtarief sinds dat jaar met exact 50 procent toegenomen.