Door het landschap anders in te richten, kun je natuurbranden beheersbaar houden. Het nieuwe vak Pyrogeography leert studenten de fijne kneepjes.
De cartoon toont een bos met brandweerman in vol ornaat bij een klein brandje. Hij heeft zijn handen demonstratief in de zij en grijpt niet in. Het tekstballonnetje maakt (in het Engels) duidelijk waarom niet: kleine brandjes voorkomen een grotere. ‘Vele branden maken licht werk’, zou je ook kunnen zeggen. De tekening is er eentje uit een serie die Ivo Verhaar (master Environmental Sciences) en zijn groepje maakten als eindopdracht van het nieuwe vak Pyrogeography. De cartoon vat in zekere zin het nieuwe denken samen dat schuilgaat achter Pyrogeography. Natuurbranden zijn een natuurlijk fenomeen, maar je moet ze wel in de hand houden.
‘Fire is a good servant, but a bad master’, haalt vakcoördinator en brandexpert Cathelijne Stoof een Engels gezegde aan. ‘Natuurbrand is een natuurlijk proces, dat je niet altijd kunt of moet stoppen. De natuur kan een brandje af en toe best aan. Heeft dat zelfs nodig. Brand heeft een functie in het landschap. Op eenzelfde manier als overstromingen een functie hebben.’ Die analogie tussen het beheer van water en vuur trekt Stoof graag. Integraal vuurbeheer, noemt ze daarom het nieuwe vuurdenken. ‘Het betekent dat je op een holistische manier naar branden kijkt en iedereen erbij betrekt die invloed heeft op het ontstaan van branden of erdoor wordt geraakt.’
Toenemen
Preventie staat centraal in de nieuwe aanpak. Voorkom dat branden zo groot kunnen worden dat de boel uit de hand loopt. Stoof: ‘Wat je steeds vaker ziet gebeuren is dat branden zich zo ontwikkelen dat we de bestrijding niet meer aankunnen. En dat ook de natuur de gevolgen niet meer aankan.’ Door de opwarming van de aarde, zullen natuurbranden in aantal sterk toenemen. ‘De aandacht en het geld gaan daarbij grotendeels naar de bestrijding’, zegt Stoof. ‘Nooit wordt de link gelegd met het landschapsbeheer. Wat zijn de omstandigheden die ervoor zorgen dat brand ontstaat en zich zo makkelijk kan verspreiden? De gedachte achter Pyrogeography is dat we mensen nodig hebben die dat geheel kunnen overzien.’
Het vak richt zich niet alleen op de omgevingswetenschap – hoe ontstaat brand en wat zijn de gevolgen voor de natuur – maar ook op de sociale wetenschap. Stoof ontwikkelde het vak daarom samen met Jasper de Vries van Strategic Communication. ‘Er zit een sterke sociale driver achter natuurbanden’, zegt Stoof. ‘In Zuid-Europa is dat bijvoorbeeld de ontvolking van het platteland. Er wonen steeds minder mensen op het platteland, die het landschap kunnen beheren. Vroeger zorgde kleinschalige landbouw voor dat beheer. Nu niet meer. Daardoor is er letterlijk veel meer brandstof in de natuur.’
Vuurkennis
In Pyrogeography staat de praktijk centraal. Stoof nodigde daarom tal van sprekers uit de hele wereld uit om hun vuurkennis in de verschillende geografische contexten te zetten. Zij hamert op het belang van interdisciplinariteit en de link tussen wetenschap en praktijk. Een van de sprekers was bijvoorbeeld Marc Castellnou, de brandweercommandant van Catalonië, die overigens zijn PhD doet in Wageningen bij Stoof.
We hebben mensen nodig die het geheel overzien
Juist die input vanuit de praktijk maakt het vak extra interessant, beaamt masterstudent Verhaar. ‘Doordat Cathelijne zo’n groot netwerk heeft in die wereld, hadden we veel gastsprekers. Mensen uit het veld, die weliswaar academisch zijn, maar ook met een been in het veld staan. Zij bestrijden echt vuur.’
Ook bij de eindopdracht stond die link met de praktijk voorop. Gastsprekers en andere ‘informanten’ brachten een probleem in gerelateerd aan natuurbranden. ‘Met de opdracht er een creatieve oplossing voor te bedenken’, vertelt Verhaar. ‘In ons geval was de informant Jelmer Dam, natuurbrandcoördinator van de brandweer in Nederland. Zijn probleem is dat mensen in ons land zich weinig bewust zijn van de oorzaken en risico’s van natuurbranden. En als er al belangstelling is, is het voor de bestrijding en niet voor de preventie. En zodra het even regent, is iedereen het weer vergeten.’
Creatief
Verhaar en zijn groepje maakten twee reeksen cartoons, die laten zien hoe de situatie nu is en hoe het zou moeten. Daarbij werd de link met waterbeheer gelegd. Verhaar: ‘Wat zou er gebeuren als we waterbeheer op dezelfde manier zouden doen als vuurbeheer. Dus alleen maar reactief opereren en niet preventief. Dan zou het land onder water staan. De andere serie laat, omgekeerd, zien hoe het is als we met vuur omgaan als met water. Dus als we samenwerken en het landschap goed beheren.’
‘Als je creatief bezig bent, verwerk je informatie op een andere manier’, licht Stoof de opdracht toe. ‘Het is een middel om studenten de geleerde kennis op een andere manier toe te laten passen. Vooraf kregen ze daartoe les in creativiteit van Simon Bennett, docent van de Rietveld Academie.’ Het leverde animaties, cartoons en spellen op, die gedeeld zullen worden met het publiek. Verhaar is inmiddels helemaal om. ‘Ik ga mijn scriptie doen over natuurbranden. En Cathelijne wordt mijn begeleider.’