Foto Shutterstock De vereniging van universiteiten van Nederland, UNL, stelt in een verklaring mee te leven met eenieder die getroffen wordt door de Russische inval in Oekraïne.
‘Het is verschrikkelijk wat daar gebeurt en we maken ons grote zorgen over de gevolgen die het heeft voor de Oekraïense universiteiten en de academische gemeenschap. We zijn solidair met studenten en medewerkers in Oekraïne en we omarmen de academische gemeenschappen in Rusland die zich uitspreken tegen de inval en zich moedig blijven inzetten voor vrede, dialoog en open samenwerking.’
‘We kiezen dus niet, zoals de Duitse universiteiten, voor een boycot van alle wetenschappelijke instituten in Rusland’, zegt rector Arthur Mol. ‘Een flink aantal instituten in Rusland heeft afstand genomen van de Russische inval en met die mensen willen we de wetenschappelijke contacten behouden.’
Mol is ontdaan over de inval. ‘Meestal spreken we ons niet expliciet uit over politieke kwesties, maar dit raakt het vrijheidsgevoel en het basisidee van Europa.’
Moeilijker
WUR heeft zowel projecten in Rusland als in Oekraïne. Het bestuur wil bij de Russische samenwerkingen per project kijken wat het beste is. Mol: ‘We zijn nog aan het inventariseren. Samenwerking met Rusland is de laatste jaren al minder intensief geworden, omdat dat steeds moeilijker werd.’
De projecten in Oekraïne staan ‘on hold’ door de oorlog. Zo organiseerde de oude leerstoelgroep van Mol, Milieubeleid, samen met andere leerstoelgroepen jaarlijks een excursie naar Oekraïne. ‘Onze studenten deden twee weken lang projecten met Oekraïense studenten, heel leuk. Ik ben er een paar keer geweest, Oekraïne is echt onderdeel van Europa.’
Ondersteuning
WUR organiseert op donderdag 3 maart, tussen de middag, een informele drop-in in Atlas, waar medewerkers en studenten hun bezorgdheid kunnen delen en steun uitspreken aan de bevolking van Oekraïne. De raad van bestuur gaat geen hulpprogramma’s starten, zegt Mol. ‘Dat kunnen andere organisaties beter. We gaan wel kijken of er specifieke ondersteuning voor Oekraïense en Russische WUR-studenten en medewerkers nodig is.’
