Braziliaanse wetenschappers proberen ontbossing en illegale mijnbouw tegen te gaan, maar de politiek werkt niet mee. Onder Bolsonaro is de trend van bezuinigingen doorgezet en het sentiment van anti-wetenschap groeit. Hoe houden collega-onderzoekers van Judith Verstegen zich staande in Brazilië?
Van dichtbij maakt universitair docent Judith Verstegen (Geo-informatiekunde en Remote Sensing) mee hoe het is als onafhankelijke wetenschap niet vanzelfsprekend is. Ze werkt nauw samen met onder anderen de Braziliaanse onderzoekers Gilberto Câmara en Michelle Picoli. Câmara werkt al sinds 1980 bij INPE (zie kader) en was er van 2005 tot 2012 directeur. Hij is gepensioneerd, maar werkt vrijwillig door als senior onderzoeker bij het instituut. Zonder mensen als Câmara zou het onderzoek flink zijn teruggelopen. Het budget van INPE is inmiddels 85 procent lager dan in 2010. Dat kan niet zonder gevolgen blijven. ‘Er is minder geld voor onderzoek en minder personeel. Mensen die met pensioen gaan worden niet vervangen’, vertelt Câmara. ‘En in het geval van INPE, minder ruimte om onderzoek te doen dat de regering niet bevalt.’ Hij wijst op studies naar illegale mijnbouw in beschermde gebieden en de monitoring van ontbossing in Amazone en Cerrado.
Niet alleen financieel zit het tegen. ‘De huidige directeur van INPE is voorgedragen door Bolsonaro,’ vertelt Câmara. ‘De vorige directeur, een wetenschapper, hebben ze vervangen door deze marionet.’ Câmara’s onderzoek werd intern tegengewerkt door de directeur, Clezio Marcos de Nardin. ‘Judith Verstegen en ik wilden een onderzoeksproject indienen’, begint hij. ‘Omdat ik verbonden ben aan INPE moest de directeur mijn voorstel goedkeuren, maar dat weigerde hij. Ik ben naar de rechter gegaan, maar die gaf hem gelijk, terwijl hij loog: ik ben onderzoeker bij INPE, maar hij zei dat ik geen banden had met het instituut.’ Voor Judith Verstegen was dat geen reden om te stoppen, maar juist om te blijven samenwerken. ‘Toen dat voorstel geblokkeerd werd, had ik kunnen besluiten nooit meer met Brazilianen te werken. Maar zo ben ik niet. Dit gebeurt vanwege het politieke klimaat, en juist nu moet ik mijn relatie met de wetenschappers behouden, omdat ze de steun nodig hebben.’
Juist nu moet ik mijn relatie met de wetenschappers behouden
Jonge wetenschappers vertrekken
De hoogte van beurzen voor PhD-studenten blijft al sinds 2013 gelijk terwijl de kosten voor levensonderhoud zijn gestegen. Bij gebrek aan perspectief dreigt een generatie knappe koppen te vertrekken naar het buitenland of een carrière buiten de wetenschap. ‘Bedrijven trekken onderzoekers weg uit de wetenschap met iets hogere salarissen dan de studiebeurzen’, vertelt Michelle Picoli, postdoctoraal onderzoeker bij UCLouvain in België. ‘Sommige supervisors smeken promovendi om op zijn minst hun proefschrift af te maken voordat ze vertrekken.’ Er zijn geen aantallen bekend van mensen die emigreren of de wetenschap verlaten, maar de Braziliaanse Picoli is er een van. Ze publiceerde met veertien anderen een brief in Science om haar zorgen te uiten. ‘Ik werkte aan een project bij INPE, gefinancierd vanuit het Amazonefonds. Toen de opschorting van dat fonds werd aangekondigd, vertrok ik naar een nieuwe baan in België.’
Jonge wetenschappers moeten leren vechten
Net als Câmara, ziet ze de banenmarkt binnen instituten en universiteiten krimpen. ‘De laatste jaren is er een sterke afname in vacatures voor hoogleraren. Veel posities van gepensioneerde professoren blijven leeg. Dat is een van de redenen waarom sommige oude of emeritus professoren doorwerken. Ze verdienen er niet meer geld mee, maar doen het uit toewijding voor de wetenschap en maatschappij.’
Verkiezingen
Zowel Câmara als Picoli verwachten dat Bolsonaro’s presidentschap dit jaar eindigt. In oktober zijn er verkiezingen, waarbij oud-president Luiz Inácio Lula da Silva (Lula) zich kandidaat stelt. Câmara benadrukt dat wetenschappers in actie moeten komen. ‘Hopen helpt niet, actie wel. Veel instituten herpositioneren zich om de nieuwe regering te beïnvloeden. De jongere generatie heeft de dictatuur van 1964-1985 niet meegemaakt. Zij moeten leren vechten.’ Picoli beaamt dat: ‘Onderzoekers in Brazilië zien hun werk in de wetenschap als een daad van verzet. De mentaliteit verandert. Ze willen het vertrouwen onder de bevolking herstellen door feiten en pseudo-feiten te schiften. Zo onthulden Braziliaanse wetenschappers onlangs dat de onderzoeksgroep van Evaristo de Miranda werkt met discutabele data en literatuur om verdeeldheid te zaaien rond thema’s als klimaatverandering en ontbossing, met grote invloed op het regeringsbeleid.’
Picoli hoopt dat Lula wint, dan komt er verandering. ‘Lula investeerde in zijn vorige ambtstermijn in de wetenschap en opende hij nieuwe universiteiten.’ De budgetten voor onderzoek bouw je echter niet zomaar op, aldus Picoli: ‘Die zijn over meerdere jaren gekort, het herstel duurt zeker vijf of tien jaar. Eenmaal vertrokken zullen jonge onderzoekers daarom niet snel terugkeren.’ Câmara verwacht dat een nieuwe regering snel de directeur van INPE vervangt. ‘Het is een erg zichtbaar instituut’, legt hij uit. ‘Het zou een symbolische daad zijn, en men wil hoge kwaliteit data voor het nieuwe regeringsbeleid.’
De wetenschap in Brazilië is tijdens het presidentschap van Jair Bolsonaro flink gekort in haar budget. Het Ministerie voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (MCTI) heeft 66 procent minder te besteden dan in 2018. Het budget van het Braziliaans Nationaal Instituut voor Ruimteonderzoek, INPE (de Braziliaanse tegenhanger van NASA) werd meer dan gehalveerd van 2020 op 2021. INPE is een van de voornaamste waakhonden op het gebied van ontbossing en veranderend landgebruik in Brazilië, en houdt met satellieten het Amazonebos en de Cerrado savanne in de gaten. Bezuinigingen op wetenschap bedreigen zo ook de natuurbescherming.
Bedankt voor het onder de aandacht brengen van dit probleem! Het doet me erg denken aan een stuk dat een collega uit een onderzoeksproject al eerder schreef (Marko Monteiro – Science is a war zone: some comments on Brazil. Tapuya 3(1).) Hij werpt hierin ook de vraag op welke maatschappelijke rol Braziliaanse wetenschap zou kunnen innemen om dat brede sentiment te veranderen. Het schiften van feit en pseudo-feit kan daar een deel van zijn, maar ook belangrijk volgens hem is reflectie op onderliggende vragen over wat het betekent om onderzoek voor (en met) de maatschappij te doen, een onderwerp waar binnen WUR (gelukkig) ook regelmatig ideeen over worden uitgewisseld.