Dat blijkt uit een studie van WUR-onderzoeker Bardia Mashhoodi (Landschaparchitectuur en Ruimtelijke Planning). Veel meer vrouwen dan mannen wonen in wijken waar het gemiddeld gezien warmer is dan elders. Vooral vrouwen die in oudere en goedkopere huizen wonen, hebben met die genderongelijkheid te maken.
Zelfs in een klein land als Nederland zijn de temperatuurverschillen groot. Dat verschil bedraagt in een gemiddelde zomer tussen Noord-Nederland en de grote steden in de Randstad wel 5-6 graden. Dat geografische verschil treft iedereen in die gebieden. Mashhoodi ontdekte daarnaast een flink genderverschil door op wijkniveau de temperatuur naast de m/v-verhouding te leggen.
Steden
In meer dan de helft van de warmere wijken zijn de vrouwen in de meerderheid. Vrijwel geen warme wijk telt meer mannen dan vrouwen. Meer oudere (65+) vrouwen dan mannen wonen warm. Statistisch gezien gaat 1 procent meer vrouwen dan mannen in een buurt gepaard met 0,1 graad hogere temperatuur.
De gevonden verschillen hangen volgens Mashhoodi samen met de m/v-verdeling over stad en platteland. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de steden, mannen op het platteland. En juist in de steden is het veruit het warmst. Vrouwen werken voornamelijk in de dienstensector en daarmee in stedelijk gebied. Omgekeerd werken meer mannen dan vrouwen in de landbouw.
Meer groen
Volgens Mashhoodi is het goed om dit soort genderverschillen te onderkennen. ‘Ze hangen vaak samen met andere vormen van genderongelijkheid.’ Aan ongelijkheid in woonsituaties valt niet eenvoudig wat te doen. Maar aan ongelijke blootstelling aan temperatuur wel. ‘Bijvoorbeeld door meer groen aan te leggen en de toegang tot groen te vergroten.’