Akkermansia is de enige goedaardige slijm-eter in onze darm die ons zou kunnen helpen minder dik te worden. Microbioloog Clara Belzer noemt de goedkeuring als voedingssupplement een bijzondere stap in de geschiedenis van deze bacterie.
De darmbacterie Akkermansia muciniphila is sinds september in gepasteuriseerde vorm toegestaan als voedingssupplement door de Europese voedselveiligheidscommissie (EFSA). Clara Belzer, universitair hoofddocent Microbiologie, is blij met de goedkeuring en noemt het een bijzondere stap gezien de geschiedenis en potentie van deze bacterie. Ze sloot zich elf jaar geleden aan bij het onderzoek van Willem de Vos (destijds hoogleraar Microbiologie), die de bacterie ontdekte, en probeert de werking ervan in de darm te ontrafelen.
Afslanken
Akkermansia heeft waarschijnlijk een belangrijke invloed op lichaamsgewicht. Hij komt meer voor in slanke mensen, maar ook in dieren die vasten of een winterslaap houden. Samen met onderzoekers van UCLouvain in Brussel, voerde de groep van Willem de Vos een proef uit met muizen die levende Akkermansia gevoerd kregen. De muizen kwamen veel minder aan op een hoog vetdieet dan muizen zonder Akkermansia.
De bacterie is een vreemde eend in de bijt. Hij komt uit een heel andere familie dan alle andere darmbacteriën. Daarnaast gedraagt hij zich als een ziekmakende bacterie maar heeft een positief effect op de gastheer, legt Belzer uit: ‘Als bacteriën van het darmslijmvlies eten, zijn het meestal ziekteverwekkers. Akkermansia blijkt een uitzondering, sterker nog: de gastheer maakt meer slijm (mucus) aan. Het is een positieve terugkoppeling.’
Proef met mensen
Vaak reageren darmcellen op eiwitten aan de buitenkant van bacteriën. Daarom bekeek Belzer dat eiwit bij Akkermansia. Het eiwit bleek in vorm en opbouw onvergelijkbaar met dat van andere bacteriën in de darm, waardoor het onze darmcellen wellicht opvalt en specifieke interactie mogelijk maakt. Het eiwit had hetzelfde effect op de muizen als de levende of gepasteuriseerde bacterie: minder gewichtstoename bij hoog vetdieet.
Daarna volgden proeven met mensen met overgewicht. De proefpersonen mochten blijven eten zoals ze gewend waren en kregen levende of gepasteuriseerde Akkermansia, of een placebo. In de proeven van twee en zes weken vielen ze niet af, maar het profiel in hun bloed en urine was wel gezonder als ze Akkermansia dronken. Zo bevatte het bloed minder cholesterol en een verbeterde suikerspiegel.
Op de markt
De proef liet zien dat de bacterie veilig was voor consumptie. Daarom ging EFSA akkoord met gebruik van gepasteuriseerde Akkermansia als voedingssupplement. Het Belgische bedrijf A-Mansia Biotech, opgericht door Willem de Vos en Patrice Cani van UCLouvain, wil volgend jaar een eerste product van gepasteuriseerde Akkermansia op de markt brengen. Belzer werkt in haar onderzoek samen met het bedrijf.
Het gebruiken van gepasteuriseerde (dode) Akkermansia heeft praktische voordelen ten opzichte van een probioticum – levende bacteriën als product dat de gezondheid van mensen verbetert. De toelating van probiotica is een stuk lastiger, legt Belzer uit: ‘Als je het stempel probioticum wilt, dan moet je kunnen claimen waar de probiotische werking in zit. Dat lukt zelden bij EFSA.’
Ook is gepasteuriseerde Akkermansia beter houdbaar en aantrekkelijker voor de consument dan de levende bacteriën. ‘De bacterie is anaeroob. Ze zijn daarom niet lang houdbaar in een flesje waar ook lucht in zit. Daarnaast maakt hij vetzuren zoals propionzuur en azijnzuur, die onaangenaam ruiken voor een consument.’ Bij gepasteuriseerde bacteriën heb je die problemen niet.
Synthetische poep
Belzer houdt zich bezig met het fundamenteel onderzoek naar Akkermansia om te achterhalen via welke mechanismen de bacterie een invloed op de mens kan hebben. Haar idee van het darmecosysteem is breder dan Akkermansia alleen. ‘Het is onwaarschijnlijk dat één bacterie zoals Akkermansia het belangrijkst is in de darm. Het gaat ook in tegen het idee van microbiële ecologie, waarbij we de darm als ecosysteem zien waarin allerlei bacteriën en micro-organismen samenwerken. Die samenwerkingen en afhankelijkheden zijn dan belangrijk.’
Belzer zoekt daarom naar de ‘harde kern’ (core) van bacteriën die bij iedereen voorkomen. Dat doet ze door een selectie van darmbacteriën te testen als synthetische gemeenschappen. Eerder onderzoek liet zien dat poeptransplantaties van poep van gezonde mensen darmproblemen in zieke mensen kunnen verhelpen. Maar er zit zoveel in poep. ‘We willen een aantal bacteriën dat veel voorkomt in de darm samen laten groeien, met alle capaciteiten maar zonder het onberekenbare van een ontlastingssample waar zoveel onbekends in zit. We zijn nu zo ver dat we met een heldere oplossing van voeding en bacteriën in de reactor beginnen, en er komt een stinkende bruine smurrie uit, synthetische poep,’ vertelt ze trots.
Ze verwacht dat het nog zeker tien jaar duurt voordat ze een bacteriegemeenschap heeft gemaakt met toepassing voor de mens.
Willem de Vos is inmiddels distinguished professor emeritus, en werkt vanuit Helsinki University naast Akkermansia ook aan andere mogelijke probiotische bacteriën zoals Anaerobutyricum soehngenii.