Voor het eerst is ruim een kwart van alle hoogleraren aan Nederlandse universiteiten vrouw. Dat meldde de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren afgelopen week op basis van cijfers uit 2020. WUR zit onder dat gemiddelde, maar het aandeel groeit wel.
Vorig jaar telde Wageningen University 20,9 procent vrouwelijke hoogleraren, dit jaar 21,7 procent. Inmiddels zijn er bij WUR 17 vrouwelijke leerstoelhouders, die een leerstoelgroep managen, en nog eens 17 vrouwelijke persoonlijk hoogleraren.
Onderweg
De meesten van die laatste groep hebben de Wageningse tenure track met succes doorlopen. Het aandeel vrouwelijke hoogleraren stijgt gestaag; in 2015 was 12,2 procent van de hoogleraren vrouw, in 2018 16,9 procent en dit jaar dus 21,7 procent.
Dat aandeel blijft de komende jaren groeien, is de verwachting: het aantal vrouwelijk universitair hoofddocenten is de afgelopen jaren ook gestegen naar ruim 32 procent. Een deel van die groep wordt de komende jaren persoonlijk hoogleraar. Het streven van WUR is 30 procent vrouwelijke hoogleraren in 2025.
Koploper
De Open Universiteit staat net als vorige jaren op de eerste plaats met 42 procent vrouwelijke hoogleraren. Het is daarmee de eerste universiteit die de grens van 40 procent vrouwelijke hoogleraren overschrijdt. Hekkensluiter is de Technische Universiteit Delft met 17,9 procent vrouwelijke hoogleraren. De TU Delft is de enige universiteit die de grens van 20 procent vrouwelijke hoogleraren nog niet heeft bereikt.