Bovendien kunnen de melkveehouders hiermee de bruto winst met een derde verhogen. Dat blijkt uit onderzoek van een team van bedrijfseconomen en een bodemkundige van WUR.
De onderzoekers Melina Lamkowsky en Frederic Ang beoordeelden bij 341 intensieve melkveehouders tussen 2006 en 2017 welke grondstoffen hun bedrijf binnenkwamen, hoeveel ze produceerden en hoeveel mest ze afvoerden. Daaruit bleek dat de beste boeren niet alleen 34 procent meer bruto winst haalden, maar ook 50 procent minder stikstofoverschot produceerden dankzij beter management. De kloof tussen de beste boeren en de rest werd in de bestudeerde periode steeds groter.
Black box
De onderzoekers weten niet precies welke maatregelen van de veehouders tot minder stikstofverliezen leiden. ‘In ons model is het bedrijf een black box’, zegt Ang. ‘We weten alleen wat er in en uit het bedrijf gaat.’ Lamkowsky vermoedt dat de succesvolle boeren een vorm van precisiebemesting toepassen, waardoor er meer stikstof in de gewassen terecht komt en minder uitspoelt naar het milieu.
Ook denkt ze dat de succesvolle boeren beter op de gezondheid van de koeien letten, want zij vervangen de koeien minder snel en hebben minder jongvee op het bedrijf. Ook dat leidt tot hogere inkomsten en minder mestafvoer. Ze benadrukt dat deze vermoedens voortvloeien uit praktijkkennis en niet uit het toegepaste model. Vervolgonderzoek zou moeten uitwijzen welke manier van bedrijfsvoering de beste boeren toepassen.
Extensiveren
Het onderzoek is interessant in het licht van de aanstaande stikstofmaatregelen van het nieuwe kabinet en de wens van maatschappelijke organisaties om de melkveehouderij te extensiveren. Maar daar doen de onderzoekers geen uitspraken over. Ang: ‘We hebben geen intensieve en extensieve boeren vergeleken en niet gekeken naar biologische boeren.’
‘We hebben intensieve melkveehouders die hun hoofdinkomen uit de landbouw halen, met elkaar vergeleken. We constateren dat veel melkveehouders hun stikstofoverschot kunnen halveren, zonder grote investeringen. We denken dat boeren advies moeten krijgen hoe ze hun management moeten aanpassen om dit te bereiken.’