Pal naast Aurora staat een eeuwenoud bos. De provincie dreigde het op te offeren voor de rondweg, maar dat plan is definitief van de baan. Het bos is gered. Wat nu? Resource duikt in de geschiedenis en toekomst van het Dassenbos.
We staan in de bosrand tussen twee rijen oude knotelzen op een verrassend zonnige oktoberdag. Patrick Jansen loopt voor me uit over het laatste stukje onverharde steeg van het Binnenveld, de Buissteeg. Hij is universitair hoofddocent Wildlife Ecology and Conservation en liefhebber van geschiedenis. Rechts van ons groeien bomen op brede ruggen afgewisseld door smalle greppels. Dat is het Dassenbos. Het natuurgebied ligt in de westhoek van de campus. Weinig had het gescheeld of het was opgeofferd voor een rondweg. Jansen streed als toenmalig voorzitter van Vereniging Mooi Wageningen tegen die weg. In oktober 2020 koos provincie Gelderland voor een alternatieve route. Daarmee is het Dassenbos gered. Jansen: ‘Het Dassenbos herken je al op een kaart uit 1752 van de Dijkstoel van Wageningen en Bennekom. Met de houtwal langs de Bornsesteeg vormt het de laatste restanten van landgoed De Hooge Hoef.’
Rabatten
Het bijzondere zit hem in de bodem van het bos, aldus Jansen: ‘Het is een van de mooiste rabattenbossen in de omgeving, compleet met ringwal. Je kunt het nog goed zien.’ Een rabattenbos is een afwateringssysteem van ruggen (rabatten) en greppels om eikenhakhoutbos te telen. Vroeger was het Binnenveld veel natter dan nu. Het perceel van het Dassenbos was ongeschikt voor landbouw. Ook voor hakhout was het te nat, maar niet als je greppels groef en de grond daaruit op rabatten zette. De eikenschors (eek) diende als looistof voor de leerlooierij; de staken (staand hout) als brandhout. Om de acht tot tien jaar kapte men het hout, waarna het opnieuw uitliep uit de stoof (stronk). ‘Op luchtfoto’s uit 1945 is het bos kaal, het hakhout is geoogst. Logisch, want er was een groot tekort aan brandstof. Na de oorlog is het hakhout op spaartelgen gezet: een of twee uitlopers per stoof zijn gespaard en uitgegroeid tot de bomen die we nu zien. De staken zijn dus ruim zeventig jaar oud, de stoven veel ouder.’
Klapstoelbeheer
‘De bomen hier zijn niet alleen inheems, ze zijn ook autochtoon,’ vervolgt Jansen. ‘Het zaad komt oorspronkelijk uit deze streek. Dat is lang niet overal in Nederland zo.’ Daarom heeft de Rijksdienst voor Cultuurhistorisch Erfgoed het bos aangewezen als groen erfgoed. Jansen: ‘Helaas is dat erfgoed slecht beschermd. Het wordt overal in Nederland stukje bij beetje aangetast.’ Na de rondweg dreigt het bos nu afgeschaafd te worden door een fietspad (zie kader, red.), zegt Hans Brons, bestuurslid van Mooi Wageningen. Hij ziet het bos daarom liefst veranderen van grondeigenaar, bijvoorbeeld Natuurmonumenten: ‘Dan is het voor eeuwig beschermd.’ Voor Patrick Jansen hoeft dat niet, zolang WUR het maar met rust laat: ‘Klapstoelbeheer is ook beheer. Gewoon kijken wat gebeurt, je hoeft niet altijd wat te doen.’
Compensatie en herstel
Om de kap van bomen voor het fietspad te compenseren, werkt Lex Roders van Facilitair Bedrijf aan een visie voor herplanting rond het bos. Roders: ‘We willen het bos aan de noordkant versterken, en bovendien heesters aan de zuid- en noordzijde aanplanten om mensen te ontmoedigen het bos in te gaan.’ Facilitair Bedrijf betrekt altijd ecologen bij plannen op de campus. Dat vindt Roders bijzonder aan WUR. Hij werkt voor het herplantplan samen met Elike Wijnheijmer, parkmanager van de campus, en ecologen Wieger Wamelink (Wageningen Environmental Research) en Leo Goudzwaard (Bosecologie en Bosbeheer). Bij Patrick Jansen valt het compensatieplan verkeerd: ‘Het is alsof je een reep van Rembrandts Nachtwacht afknipt en aan de andere kant een even groot stuk bijplakt. Zo werkt het niet. Deze bomen en de ringwal zijn deel van de cultuurhistorie. Ze zijn onvervangbaar.’
Ecoloog Wieger Wamelink schetst voor de lange termijn twee scenario’s. ‘De eerste optie is behoud zoals het nu is.’ Het bos laat je natuurlijk verjongen als er een boom doodgaat, of je plant een nieuwe. Wamelink: ‘Het doet recht aan het huidige bos: van oorsprong is het aangeplant. Zo gaat het nog een paar eeuwen mee, die eiken kunnen nog tweehonderd jaar ouder worden. Dat kost niet veel geld of moeite.’ Wamelink zou voor deze optie gaan. Een tweede optie is een ingrijpend herstel van het hakhoutrabattenbos, aldus Wamelink. Dat is niet eenvoudig want het gebied is tegenwoordig sterk ontwaterd. Hij legt uit: ‘Je zou dan A) de rabatten moeten herstellen en B) een manier vinden om het bos te vernatten zonder dat Noordwest te nat wordt.’ Daarnaast moet het hakhout regelmatig geoogst worden. Wamelink: ‘Het bos wordt heel anders en veel opener. Ik weet niet of iemand dat wil.’
Ongestoord onderzoek
‘In het bos broeden veel algemene bosvogels als merel, roodborst, en mezen, maar ook groene en grote bonte specht’, vertelt Henk van der Jeugd, onderzoeker bij het Vogeltrekstation, onderdeel van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Hij ringt sinds 2013 vogels in het bos namens het Vogeltrekstation. Van der Jeugd en collega’s verzamelen data over vogels en hun rol in de verspreiding van infectieziekten zoals het usutuvirus. Hij is blij met de voorgenomen herplant: ‘Toen we het bos voor het eerst bezochten in 2013, was het noordelijk deel een prachtig moeras met riet en wilgenopslag, een ruig terrein met een verloop van hoog opgaand eikenbos naar lagere bomen.’ De ruigte maakte datzelfde jaar plaats voor grasland. ‘Het zou mooi zijn als die natuurlijke bufferzone terugkomt.’
Ook de bomen zelf worden onderzocht. Harm Bartholomeus, universitair docent bij het Laboratorium voor Geo-informatiekunde en Remote Sensing: ‘Het is geniaal om op je eigen campus een plek te hebben waar je in je lunchpauze naartoe kan lopen om metingen te doen of sensoren uit te lezen.’ Bartholomeus’ groep meet al jaren de bosstructuur en lichtinval met lasers en camera’s. Zo kalibreren ze satellietbeelden. Hij hoopt dat de bomen met het bos behouden blijven, want hoe langer de tijdreeks, des te waardevoller de metingen. Hij zou het bos graag zien als breder proefbos, ook voor onderwijs: ‘Afgelopen jaar hebben onze studenten het Dassenbos uitvoerig opgemeten. Voor afstudeerders die frequente metingen willen doen is zo’n bosje ideaal.’
De Raad van Bestuur laat weten dat het Dassenbos een belangrijke natuurwaarde op de campus vormt en WUR wil daarom voor de lange termijn de bestemming Natuur voor het Dassenbos in het bestemmingsplan behouden. Onderzoek in het bos zal mogelijk blijven. Om het bos te behouden zal het niet recreatief toegankelijk worden: er komen geen paden in het bos en er worden natuurlijke barrières zoals heesters aangebracht. Verder volgt zij de plannen zoals vermeld in de Groenvisie 2019 en het herplantplan van Facilitair Bedrijf (notitie Versterking Dassenbos, 2021).
Bomenkap voor een fietspad
Voor de aanleg van het fietspad langs Aurora velde het Facilitair Bedrijf van WUR begin dit jaar veertien bomen tussen het Dassenbos en de busbaan. Lex Roders van Facilitair Bedrijf: ‘Dagelijks komen duizenden fietsers vanuit de Mondriaanlaan naar gebouwen ten noorden van de busbaan. We willen zo min mogelijk oversteken over de busbaan, want die zijn gevaarlijk. Daarom willen we fietsers meteen vanaf de Mondriaanlaan aan de noordkant van de busbaan brengen.’
‘De aanleg van het fietspad mocht zonder vergunning omdat de locatie bestemming Groen heeft’, aldus Roders. ‘Het is geen onderdeel van het Dassenbos, dat heeft bestemming Natuur. Voor de kap is een kapmelding bij provincie gedaan, die ging daarmee akkoord.’ Wel kon het volgens de provincie op basis van historische kaarten om oude bosgrond gaan, waar minstens honderd jaar onafgebroken bos heeft gestaan. Bij oude bosbodems moet herplant op dezelfde grond plaatsvinden; als het jonger is mag elders herplant worden. Facilitair Bedrijf liet adviesbureau Eelerwoude grondboringen doen nabij de gekapte bomen. Het bureau concludeert dat het geen oude bosbodem is.
Patrick Jansen en vereniging Mooi Wageningen zijn het daar niet mee eens. De bomen stonden op de ringwal, daarom wil Mooi Wageningen het fietspad tegenhouden. Jansen: ‘Die wal is onderdeel van de rabattenstructuur, daar zit een afwateringsplan achter. WUR heeft zonder vergunning die bomen gekapt en vervolgens de stoven weggefreesd. Ook is er gegraven in de wal, zonde.’ Brons: ’De conclusie van Eelerwoude is in strijd met kadastrale kaarten en eerdere studies, nota bene van WUR.’ Een rapport over het Dassenbos uit 1983 van toenmalig grondeigenaar DLO (nu Wageningen Research) meldt de ringwal en noemt het geheel een “gaaf en voor deze streek zeldzaam voorbeeld van oud hakhout-rabattenbos”.