Ze zijn onmisbaar op de campus: schoonmakers, conciërges, cateraars, tuinmannen, receptionisten – de lijst is lang. Resource zoekt deze sleutelfiguren op. Dit keer Jeroen Schipper (40), bodechauffeur op heel de campus.
‘Als enige bodechauffeur op de campus haal ik de post op en breng het weg. Ik neem alles mee wat in een normale bus zonder ventilatie vervoerd mag worden en wat niet te zwaar is, zoals brieven en dozen met testbuisjes.
Mijn taken zijn elke dag hetzelfde: post sorteren, op vaste tijden een ronde langs alle universiteitsgebouwen, contact met dezelfde mensen. Ik vind dat niet per se saai. Ik heb via de Wajong-uitkering deze baan gekregen – de universiteit moest mensen aannemen met een beperking.’
Met de bus rijden is het leukste van de dag
‘Ik heb ADD, waardoor ik me moeilijk kan concentreren tenzij ik het echt heel leuk vind. Aangezien ik autorijden super leuk vind, kan ik het dus ook heel makkelijk volhouden – ik werk hier nu zes jaar.
Met de bus rijden is het leukste van de dag. Radiootje en aircootje aan, lekker relaxed rondrijden, genieten. Ik werk graag alleen. Ik vind mezelf ook niet echt goed in contact, maar ik heb veel bijgeleerd. Nu vind ik de babbeltjes tijdens mijn ronde juist leuk. De gezelligheid in de postkamer heb ik tijdens corona erg gemist. Mede doordat er minder collega’s waren om me te helpen, ben ik overspannen geraakt. Normaal rijdt er iemand rond om te kijken hoeveel post er staat en of ik het aankan. Bovendien was het tijdens corona drukker omdat iedereen thuis post moest ontvangen en afdelingen elkaar trakteerden op dozen vol zooi. Dat werd allemaal te veel. Ik kreeg pijn op de borst en die ging niet meer weg. Nu begin ik vroeger met werken zodat ik tijd over heb als er iets tegenzit. Zoals die ene keer dat de wind bij Forum alle brieven over heel de campus blies.
Het is jammer dat er pas op mijn 24e ADD is vastgesteld, anders had ik misschien met begeleiding kunnen studeren. Dan had ik misschien sterrenkundige of astronaut kunnen worden, zoals ik vroeger wilde. Maar je moet er het beste van maken. En dat doe ik ook.’