Tekst HOP / Albert Sikkema
Deze week debatteerde de Tweede Kamer over het coronabeleid van het kabinet. Veel partijen waren blij dat universiteiten en hogescholen weer de deuren konden openen. Eindelijk weer gewoon les voor studenten, was de teneur. Maar wat doe je met studenten die een zwakke gezondheid hebben en zich niet kunnen laten vaccineren, wilden verschillende partijen weten. Kunnen de universiteiten de lessen tegelijk fysiek én online aanbieden?
Onderwijsminister Van Engelshoven gaf tegengas en waarschuwde voor werkdruk onder docenten. Ze wilde geen ‘recht’ op hybride onderwijs toezeggen. ‘Natuurlijk zien onderwijsinstellingen het als hun kerntaak om voor iedereen onderwijs doorgang te laten vinden, ook voor kwetsbare studenten’, zei ze. ‘Dat vraagt om veel maatwerk, want de ene kwetsbare student is de andere niet.’
Al het onderwijs ‘hybride’ aanbieden gaat gewoon niet lukken, reageerde de minister. Toch diende regeringspartij ChristenUnie een motie in, samen met PvdA en GroenLinks. De motie moet ervoor zorgen ‘dat hybride onderwijs mogelijk blijft voor deze groep studenten tot de omstandigheden ook voor hen veilig zijn’. De motie is unaniem aangenomen: alle fracties stemden voor.
WUR
WUR gaat komend studiejaar niet alle lessen zowel op campus als online aanbieden, stelde de Wageningse rector magnificus Arthur Mol eerder in een interview in NRC. De aangenomen Kamermotie verandert daar niets aan. ‘Zoals altijd proberen we zo goed mogelijk kwetsbare studenten te accommoderen en daar voorzieningen voor te treffen. Dat deden we in het verleden, tijdens de coronacrisis en daarna.’ Maar WUR zet komend studiejaar weer vol in op campusonderwijs. ‘We gaan geen garantie afgeven voor een volledig hybride programma, want dat kost veel extra werk en onze docenten hebben het al druk genoeg. Dus we zetten in op maatwerk, in de geest van de motie.’