Foto: Shutterstock Dat is de strekking van een serie Kamervragen die Laura Bromet (GroenLinks) en Joris Thijssen (PvdA) stellen naar aanleiding van een artikel in het WUR-magazine Resource. Dat stuk (van 14 juni) gaat over een studie naar een nieuwe methode om de respons van de natuur op de uitstoot van stikstof te bepalen.
In de studie tonen hoofdonderzoeker Wieger Wamelink en zijn team aan dat voor 37 van de in totaal 61 habitats de nieuwe methode een betrouwbaar verband oplevert tussen stikstofneerslag en de kwaliteit van de natuur. Bij 26 van die 37 habitats blijkt daarbij dat de natuur al schade ondervindt en de soortenrijkdom afneemt vóórdat de nu nog gehanteerde kritische grenswaarde wordt bereikt.
Die harde conclusie uit de studie, in het Resource-artikel bevestigd door Wamelink, ontbreekt evenwel in de samenvatting van het rapport. De resultaten staan wel elders in het rapport. De politici verwijzen ook naar uitspraken van Wamelink dat vergelijkbare studies in Ierland, Engeland en de VS tot hetzelfde resultaat zijn gekomen.
Geen consequenties
Het rapport werd halverwege juni naar de Tweede Kamer gestuurd. In een begeleidende brief stelde minister van LNV Carola Schouten voorlopig geen consequenties aan het rapport te willen verbinden. Volgens haar zijn de resultaten voor te veel habitattypen nog niet ‘plausibel’ genoeg. De indieners van de kamervragen, zetten daar vraagtekens bij.
Volgens de kamerleden Bromet en Thijssen heeft de harde conclusie uit het rapport ‘waarschijnlijk zwaarwegende consequenties’ voor de emissiedoelen van stikstof. Die zouden mogelijk nog strenger moeten worden. De vragen van de politici wachten nog op antwoord. Een woordvoerder van het ministerie laat weten dat die antwoorden na het weekeinde komen.
In een reactie zegt Wamelink dat er na overleg ‘voor een publieksvriendelijke samenvatting is gekozen die door een breed publiek begrepen kan worden’. De getallen en de resultaten zijn wel in de discussie weergegeven.
