Kestrel Maher was de opdrachtgever van het winnende ACT-project.* Vijf jaar geleden kwam zij naar Nederland om samen met haar man op een boerderij in Geffen, Noord-Brabant te gaan wonen. ‘In Australië was ik gewend aan de wildernis. In Nederland is alles zo georganiseerd en tam. Ik miste de wildernis. We hebben een stuk van het land van de boerderij verkocht aan de gemeente om te veranderen in een natuurgebied; zij gaven ons toen een subsidie om een voedselbos aan te leggen met daarin stukken met alleen Nederlandse inheemse soorten.’
Maher heeft in Australië ervaring opgedaan met natuurherstel, permacultuur en voedselbossen. ‘Maar ik wist niks van de Nederlandse inheemse natuur. Australië heeft een compleet ander ecosysteem. Ik kan een koalahabitat helpen herstellen, maar ik heb geen kennis op het gebied van het Nederlandse klimaat en de Nederlandse grond.’ Om een voedselbos te planten, kon ze dus wel advies gebruiken.
Bijbel van inheemse soorten
Een collega van Maher hoorde van de voedselbosplannen en raadde haar het ACT-programma aan van Wageningen University. ‘Dat is precies wat jullie nodig hebben, zei ze’, vertelt Maher. Een goed advies, bleek achteraf. ‘De studenten zijn voor ons gaan uitzoeken wat nodig is voor een voedselbos met inheemse soorten; ze hebben onderzoeksvragen bedacht en zijn aan de slag gegaan. En het grappige is dat ze dat allemaal deden zonder de boerderij bezocht te hebben—dat mocht niet vanwege de lockdown.’
Ik kan een koalahabitat helpen herstellen, maar ik heb geen kennis over de Nederlandse grond
Kestrel Maher, boerin
De studenten stelden een overzicht samen van Nederlandse inheemse bomen en plantensoorten – de ‘inheemse soortenbijbel’, aldus Maher. ‘Daarin staat welke bomen goed tegen wind kunnen; hoe groot bomen en struiken kunnen worden; hoe dicht je de ene soort boom bij een andere soort moet planten; wat voor grond je nodig hebt; hoe planten elkaar ondersteunen en meer. Afgelopen winter hebben we 2500 inheemse bomen en struiken geplant, van kastanje en wilde appel tot rode en zwarte bessen. Een gigantische operatie en die ‘bijbel’ was daarvoor van onschatbare waarde.’
Bodem is de basis
Het ACT-team stuurde ook een bodemexpert naar de boerderij. ‘Vervolgens hebben ze een compleet hoofdstuk over bodemverbeteringen geschreven’, aldus Maher. ‘Toen we dat hoofdstuk kregen, zijn we er meteen mee aan de slag gegaan. Eerst was de grond, zuur en zanderig. Je kon nergens ook maar een worm vinden. Nu, na de verbeteringen, vind je elke keer als je een spade in de grond zet wel een worm. Een goede bodem is de basis van een goed ecosysteem. Door deze verbeteringen kunnen we een bos planten voor voedselproductie en natuurbehoud.’
Werken voor een opdrachtgever tijdens de master helpt je voorbereiden op je leven na de studie
ACT-student Raghav Sharma
Deze maand kon het ACT-team eindelijk gezamenlijk de boerderij bezoeken. ‘Het was geweldig om er eindelijk te zijn’, vertelt teamlid Raghav Sharma. ‘Misschien ga ik er in de zomer een tijdje kamperen en helpen op de boerderij.’ Sharma is erg enthousiast over ACT. ‘Werken voor een opdrachtgever tijdens de master helpt je voorbereiden op je leven na de studie. Het is eigenlijk twee maanden werkervaring die je opdoet. Door corona was het vak volledig online en in het begin waren we daar een beetje sceptisch over, maar er ontstond toch een sterk teamgevoel. Een prachtige ervaring.’
*ACT staat voor Academic Consultancy Training en is een vak waarbij masterstudenten als consultants aan de slag gaan met een echte opdracht uit de praktijk.