Ze zijn onmisbaar op de campus: schoonmakers, conciërges, cateraars, tuinmannen, assistenten – de lijst is lang. Resource zoekt deze sleutelfiguren op. Dit keer Joost Rijk (28), bedrijfsleider bij de Boerderij van de Toekomst en de proeftuin Agro-ecologie en Technologie in Lelystad.
‘Elke maandagochtend maak ik samen met de onderzoeker een rondje over de velden om te beslissen wat er die week moet gebeuren. Vaak bel ik tussendoor ook nog even: we moeten onze plannen tussendoor wel eens aanpassen. We werken natuurlijk met de natuur, met de seizoenen. Zeker in deze tijd van het jaar zijn de weersomstandigheden heel bepalend voor hoe de gewassen erbij staan.
We doen regelmatig dingen die nog nooit zijn gedaan
Volgens mijn vader werkt dat bijna therapeutisch. Hij heeft wel een punt: je doet je best voor zo goed mogelijke groeicondities, maar je hebt niet alles in de hand. Heb je bijvoorbeeld gisteren beregend en dan geeft een onverwachte onweersbui 40 millimeter water… Tja, kan gebeuren, maar je aardappels zijn dan wel verzopen.
‘Het fieldlab van de Boerderij van de Toekomst telt 22 hectare, waarop we zeven verschillende gewassen telen: gerst, graan, veldbonen, aardappelen, uien, wortelen en gras-klavermengsel. De proeftuin is groter: 60 hectare. Daar verbouwen we dezelfde mix, aangevuld met kool, luzerne, sperziebonen en haver. Al met al dus een behoorlijke diversiteit aan gewassen, met voor elk gewas weer een ander moment om te zaaien, bemesten, onkruid verwijderen enzovoort. Dat werk doen we met een hecht team van zes mensen. Ik ben dan wel bedrijfsleider, maar sta meer naast dan boven mijn collega’s. Sámen moeten we de klus klaren – ook omdat het eigenlijk geen optie is om loonwerkers in te schakelen. Hun materieel is veel te groot en te zwaar voor ons rijpadensysteem, waarmee we grondverdichting willen voorkomen.
‘Natuurlijk voel ik weleens druk; er zijn best veel ogen op ons gericht. Als verkenners van de landbouw van de toekomst doen we regelmatig dingen die nog nooit zijn gedaan en niet alles wordt een succes. Maar liever een tegenslag bij ons, in het pioniersstadium, dan pas als de hele landbouwsector er al mee aan de slag is. Dat probeer ik ook op Twitter te benadrukken als ik onze resultaten deel. Ik prikkel graag een beetje. Met mensen in gesprek gaan over waar wij mee bezig zijn, de toekomst van de landbouw, zie ik óók als deel van mijn werk.’