Tekst Laura Bergshoef
Dat blijkt uit een nieuwe grootschalige studie waar WUR-wetenschappers aan meewerkten. Als die boeren hun yield gap dichten, voorkomen ze dat er nog meer kwetsbare ecosystemen verloren gaan als gevolg van de groeiende wereldwijde vraag naar palmolie.
Waarschijnlijk douchte je er vanochtend mee, zat het in je ontbijt en misschien smeerde je het zelfs op je gezicht. Palmolie is de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld. De olie wordt gewonnen uit de vruchten van de oliepalm. Om de groeiende vraag naar palmolie te kunnen bijbenen, worden er vaak kwetsbare ecosystemen omgezet in palmolieplantages. Dit vormt een bedreiging voor de biodiversiteit en het klimaat. Een internationaal onderzoeksteam, inclusief WUR-wetenschappers, richtte zich op een andere manier om de productie te verhogen in Indonesië, waar ruwweg twee derde van de palmolie vandaan komt.
In plaats van méér plantages aanleggen, kunnen de boeren veel meer opbrengst uit de bestaande plantages halen, concludeerden de onderzoekers in Nature Sustainability. Als de boeren het land efficiënter beheren, besparen ze niet alleen een hoop hectare aan bos – en dus ook aan CO2-uitstoot – ze gaan er ook economisch op vooruit.
Onkruid wieden
Om tot die conclusie te komen, verzamelden de wetenschappers eerst allerlei gegevens over het weer en de bodems in Indonesië. Daarbij richtten ze zich in het bijzonder op de kleinschalige boeren. Zij beheren 42 procent van het land dat gebruikt wordt voor het verbouwen van palmolie. Die data stopten ze in gewasmodellen om de haalbare opbrengst te simuleren. Zo ontdekten ze dat de huidige opbrengst gemiddeld slechts 53 procent van de mogelijke opbrengst bedraagt.
‘Boeren gebruiken vaak meststoffen bedoeld voor rijstplantages, omdat die gesubsidieerd worden’
Ze onderzochten ook hoe boeren die kloof kunnen dichten. Ten eerste kunnen ze de manier van oogsten aanpassen. Door beter onkruid rondom de oliepalmplanten te wieden, zien ze beter de gevallen vruchtjes die aangeven welke vruchten rijp zijn. Op die manier voorkomen ze dat ze teveel onrijpe ongeschikte vruchten plukken. Ook zouden de boeren vaker moeten oogsten, eens per tien dagen in plaats van per twintig dagen. Zo beperken ze het aantal overrijpe vruchten.
Ten tweede kunnen de boeren de oogst verhogen door betere benutting van voedingsstoffen. ‘Nu gebruikten boeren vaak meststoffen bedoeld voor rijstplantages, omdat die gesubsidieerd worden door de overheid’, zegt Maja Slingerland van WUR, betrokken bij de studie. ‘We proberen meststof bedoeld voor palmolieplantages gesubsidieerd te krijgen.’ De onderzoekers schrijven nu een handleiding voor de boeren, waarbij ze samenwerken met lokale partners.
Lees ook: