Ze zijn onmisbaar op de campus: schoonmakers, conciërges, cateraars, tuinmannen, assistenten – de lijst is lang. Resource zoekt deze sleutelfiguren op. Dit keer Hans de Rooij (58), ontwikkeltechnicus bij Technical Development Studio, Innovatron.
‘Als ik op een verjaardag zou vertellen wat ik zoal maak, gelooft niemand me: we hebben een apparaat gemaakt om het zweten van een koe te meten en een harpoen om krokodillen te vangen. Ik maak apparaten en opstellingen voor onderzoekers en ben er voor de snelle hulp, als iemand een boutje nodig heeft of als er een machine stuk is. Het onderzoek ligt daardoor niet stil: wij zijn echt het smeermiddel voor de raderen.
Hoe complexer een opdracht is, hoe mooier ik het vind. Dat je op de grens werkt van wat wel en niet kan. Ik moest bijvoorbeeld een spuitkop maken waarvan de binnenkant stervormig was met twaalf punten en die een doorsnede had van 1 millimeter. Dat was een uitdaging, maar het is gelukt en dat geeft voldoening. In de dertig jaar dat ik hier werk, hebben we volgens mij nog nooit iets niet kunnen maken. Het helpt dat ik positief ingesteld en creatief ben. Heel soms kan ik het gewoon even niet bedenken. Dat is vervelend. Maar dan overleg ik met collega’s en kom je samen verder. En soms bedenk ik het opeens onder de douche of ’s nachts.
We hebben nog nooit iets niet kunnen maken
Je moet ook het overzicht houden, want ik doe alles zelf: het klantcontact, schetsen, ontwerpen, bouwen, de financiën, bestellingen, uitbesteding. Die vrijheid en verantwoordelijkheid vind ik fijn. Mijn werk bestaat ongeveer voor de helft uit tekenwerk en de helft uit maken. Hiervoor werkte ik bij een productiebedrijf, met veel hetzelfde werk. Dat had ik na tien jaar wel gezien.
Ik ben ongeveer geboren met techniek. Als kind kreeg ik voor mijn verjaardag oude radio’s en wekkers die ik uit elkaar kon halen en waarvan ik iets nieuws kon maken. Daar werd ik blij van.
De techniek gaat vooruit, het is leuk als je dat kunt volgen en toepassen. Van de tekentafel gingen we naar de computer. Toen kwam de switch naar 3D-tekenen. Twintig jaar geleden bestond een 3D-printer nog helemaal niet, nu pas ik deze techniek toe in mijn ontwerpen.
Ik werk al vijfentwintig jaar aan een machine die kunstvlees maakt met de vezelstructuur van echt vlees. Het zou mooi zijn als deze techniek voor mijn pensioen wordt toegepast in een productieproces. Dan heb ik het goed gedaan.’