Een monteur die bezig is met technisch onderhoud bij een van onze complexen, spreekt mij aan: ‘Eugene, wij troffen vanmorgen op het zoldertje van een woning een waslijn aan waar geen was hing te drogen, maar heel iets anders: wiet! En niet zo weinig ook!’
Tien minuten later sta ik bij die woning voor de deur en bel aan. Een vriendelijke jongeman doet open. ‘Goedemiddag,’ zeg ik, ‘mag ik misschien even bij jullie op het zoldertje kijken? Een collega van mij heeft iets op de waslijn aangetroffen wat daar niet mag hangen.’ De jongeman kijkt mij verbaasd aan. Hij begrijpt niet wat ik bedoel, zegt hij. Ik vertel hem dat een monteur hier een waslijn vol met takken wiet heeft zien hangen.
‘Als ik op het zoldertje kom, ruik ik het meteen’
Zonder blikken of blozen antwoordt hij: ‘Nee hoor, dat is absoluut niet waar, we hebben hier zeker geen wiet in huis. Dat is echt een onzinverhaal. Ik denk dat u op het verkeerde adres bent. Misschien moet u het bij de buren proberen.’
Verbouwereerd sta ik weer buiten. Heb ik me nou zo vergist in het adres? Ik kijk naar het huisnummer, Nee, ik moet toch echt hier zijn. Wederom druk ik op de deurbel en dezelfde jongeman doet weer open. ‘Excuses dat ik je weer lastig val, maar ik zou toch graag op het zoldertje kijken.’ De jongen begint onrustig te draaien. ‘We hebben hier geen wiet, maar als u erop staat om boven te gaan kijken, dan zou ik zeggen: be my guest.’
Als ik op het zoldertje kom, ruik ik het meteen en ik zie dat er voldoende wiet hangt om met een paar vrienden een aantal leuke weken te hebben. Ik loop naar beneden en zie de jongen staan met een grote smile op zijn gezicht en ik geef hem een grote smile terug. ‘Binnenkort kom ik weer langs,’ zeg ik, ‘en ik verzoek je vriendelijk om het zoldertje voor die tijd leeg te ruimen.’ Als ik na een paar dagen terugkom, zie ik dat alles netjes in rook is opgegaan.
Eugene van Meteren is beheerder bij studentenhuisvester Idealis. Hij schrijft voor Resource over zijn belevenissen. Lees al zijn columns op resource-online.nl