De ammoniakemissie van grote biologische melkveebedrijven ligt gemiddeld 22 procent lager dan die van grote gangbare melkveehouders. Dat blijkt uit een quickscan van Wageningen Livestock Research, in opdracht van Biohuis.
WUR baseerde zich op de gegevens van melkveebedrijven in het Bedrijveninformatienet (BIN), waarin de emissiecijfers van bijvoorbeeld 34 biologische melkveehouders wordt bijgehouden. Hun lagere score komt door een combinatie van maatregelen: geen kunstmest, meer beweiding, minder drijfmest en eiwit-armer voer. Dat leidt bij mesttoediening en beweiding tot een halvering van de ammoniakuitstoot.
Omschakelen
Onderzoeker Gerard Migchels denkt dat omschakelen naar een biologische melkveehouderij een van de manieren kan zijn om aan de stikstofeisen rond natuurgebieden van Natura2000 te voldoen. Hij ziet perspectief als gangbare melkveebedrijven in de omgeving van Natura2000 gebieden extensiveren en overschakelen naar biologische melkveehouderij, omdat ze dan weliswaar minder productie halen, maar een hogere biologische melkprijs ontvangen. Deze omschakeling kan echter alleen als de vraag naar biologisch toeneemt, stelt Migchels als voorwaarde.
Varkens
Voor de intensieve veehouderij is omschakeling naar biologisch geen uitkomst om de ammoniakuitstoot te verminderen. De ammoniakemissie per dier is in de biologische varkens- en pluimveehouderij zelfs iets hoger dan in de gangbare, blijkt uit de quickscan van WUR. Dat komt vooral omdat er minder varkens in een biologische stal zitten dan in een gangbare stal. Dat levert meer dierenwelzijn, maar ook meer milieuvervuiling op per kilo vlees.