Op een vroege vrijdagmorgen kijk ik mijn mail door. Er komt een foto voorbij die mijn aandacht trekt. Ik zie een soort van ontplofte pompoen: honderden stukjes liggen bezaaid over een keukentafel. Wat is daar in hemelsnaam gebeurd? De schrijver van de mail vraagt of ik langs wil komen om de situatie te bekijken, want ‘we hebben het nog niet opgeruimd, Eugene, we willen graag dat jij ook ziet wat er is gebeurd.’
‘Weet je hoe ze binnen zijn gekomen? Door het kattenluik!’
Een half uur later sta ik in de keuken. De stukken pompoen liggen niet alleen op tafel, ook de vloer ligt helemaal onder. Een van de bewoners vertelt dat dit vannacht is gebeurd: ‘Ik hoorde al wat geluiden uit de keuken komen, maar ik heb er geen aandacht aan besteed en toen ik vanmorgen de keuken in liep, schrok ik van de ravage. Eugene, weet jij wat hier is gebeurd?’ Ik schud mijn hoofd, krab achter mijn oren en antwoord dat ik het niet weet. ‘Ratten! Ratten hebben in onze keuken een feestje gebouwd, met als hoofdmaaltijd een overheerlijke pompoen uit onze eigen tuin!’ De rillingen lopen mij over de rug, het idee alleen al. Ik vertel dat we regelmatig problemen hebben met ratten in deze omgeving, maar dat ze ook binnen komen?
‘Hebben jullie de ramen of deuren open gehad?’, vraag ik. ‘Nee, weet je hoe ze binnen zijn gekomen? Door het kattenluik! We hebben geen katten, maar wel een luikje.’
Die brutale ratten zijn daar gewoon doorheen gegaan, het deurtje naar de feestlocatie stond gewoon open. Er staat nog net geen ‘welkom ratten’ boven.
Ik bel de ongediertebestrijding en adviseer ze – open deur – om het luikje af te sluiten.
Eugene van Meteren is beheerder bij studentenhuisvester Idealis. Hij schrijft voor Resource over zijn belevenissen.