De Wageningse notitie om een deel van het Europees landbouwgeld te besteden aan landschap en biodiversiteit in Nederland valt in goede aarde bij melkveehouder Alex Datema en bij biodiversiteitsboegbeeld Louise Vet. Maar ze hebben ook kanttekeningen. ‘Dit voelt als een sigaar uit eigen doos.’
Alex Datema, voorzitter van het boerencollectief BoerenNatuur, onderschrijft de uitgangspunten van de Wageningse notitie, namelijk dat het geld van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) nodig is om een ander landbouwmodel te creëren, met meer aandacht voor milieu, natuur en klimaat.
‘Dat GLB-geld gaat nu naar inkomensondersteuning van boeren, maar daar geloof ik voor de langere termijn niet in. Ik denk dat we moeten stoppen met vaste premies – gekoppeld aan veel eisen – voor boeren. Ik ben er voor dat de overheid dit geld gericht inzet op landschapsherstel en weidevogelbeheer. En dat ik dan als boer de keuze heb: past dit bij mijn bedrijf? Zo ja, dan word ik beloond voor het onderhoud van landschapselementen.’
Dat ik als boer de keuze heb: past dit bij mijn bedrijf?
Alex Datema
Datema is melkveehouder in Briltil, in de provincie Groningen. Hij boert op 70 hectare in een waterrijk gebied en heeft dus veel sloten te onderhouden. Daar krijgt hij nu geen geld voor. Datema doet al aan weidevogelbeheer, samen met omringende boeren via een subsidieregeling voor agrarisch natuurbeheer die hij eveneens gebruikt voor enkele hectares kruidenrijk grasland, een plas-dras (grasland waar de waterstand nagenoeg gelijk is aan die van het maaiveld) en uitgestelde maaidata om de weidevogels te beschermen.
Hij wil best ook langs alle sloten stroken met kruidenrijk grasland aanleggen. Die stroken zijn goed voor insecten, schoon oppervlaktewater en vogels. ‘In mijn situatie is het handiger om alle landbouwgrond iets te extensiveren, zodat ik meer biodiversiteit creëer en iets minder productie draai, dan dat ik een paar hectare gras omploeg en volledig inzaai met kruiden. Dat maatwerk is het mooie van deze regeling.’
Stapelen
Maar Datema heeft ook een kanttekening. ‘GLB-geld voelt als een sigaar uit eigen doos voor de boeren. We kregen het geld al. Bovendien: het is maar enkele honderden miljoenen euro per jaar en ik lees dat er nu van alles wordt bijgehaald: de klimaatopgave, het stikstofprobleem, milieukwesties. Het is een beperkt budget, dus ik denk dat de overheid keuzes moet maken. Financier landschap en natuur met dit geld en klimaat op een andere manier.’
Dat is precies wat ook Louise Vet denkt. De voormalig directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en emeritus hoogleraar ecologie aan de WUR is voorzitter van de stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Deze coalitie van natuurorganisaties, boeren, wetenschappers, banken en bedrijven zet zich in voor herstel van biodiversiteit. Vet: ‘Dit Wageningse advies is helemaal in lijn met het Deltaplan. Bravo’.
Hopelijk gaan waterschappen boeren belonen voor afzien van chemische bestrijdingsmiddelen
Louise Vet
Vet is sterk voorstander van het stapelen van subsidies. ‘Je kunt dit GLB-geld gebruiken voor versterken van landschap en biodiversiteit, maar er komt ook een klimaatfonds waaruit je boeren kunt compenseren voor verhoging van het waterpeil in veenweidegebieden.’
‘Verder gebruiken Rabobank en Friesland Campina de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij om een iets lagere rente te rekenen op leningen en een iets hogere melkprijs te geven als je natuur-inclusiever werkt. En hopelijk gaan waterschappen boeren belonen voor afzien van chemische bestrijdingsmiddelen en productie van schoon oppervlaktewater, omdat daardoor de zuiveringskosten dalen. Zo ontstaat het verdienmodel voor een natuur-inclusieve landbouw.’
Langdurige beloning
Vet pleit wel voor eenduidigheid door de financiële beloningen allemaal te baseren op eenzelfde set van key performance indicators (KPI’s). ‘En dan bij voorkeur indicatoren waar grondgebruikers zelf invloed op hebben. Dus bijvoorbeeld niet de hoeveelheid weidevogels op het land, maar wel landschappelijke diversiteit zoals het percentage kruidenrijk grasland, heggen, hagen, slootkanten, akkerranden, bosschages en waterpeil of de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen.’
Het duurt tientallen jaren voor een houtwal volgroeid is. Dan moet je de financiën ook meerjarig regelen
Alex Datema
Wat verder cruciaal is, vervolgt Vet, is dat de beloning langdurig is. ‘Hier en daar, bijvoorbeeld in de Ooijpolder bij Nijmegen, worden boeren al vergoed voor het onderhoud van hagen en struwelen uit een overheidspotje voor landschapselementen. Ze krijgen niet veel, maar de vergoeding is wel 30 jaar gegarandeerd. Dan heb je als boer zekerheid. Dat is nodig, zeker nu de optie ontstaat dat boeren weer hagen en houtwallen kunnen gaan aanplanten. Het duurt tientallen jaren voordat zo’n wal volgroeid is. Dan moet je de financiën ook meerjarig regelen.’
Vraag is wel: loont het al voor de boeren? Datema, die een vergoeding van zo’n 5.000 a 6.000 euro per jaar krijgt voor weidevogelbeheer: ‘Voor ons bedrijf is die vergoeding een paar procent van de omzet, maar voldoende; we maken er geen winst mee, maar we kunnen ermee uit de voeten. Maar je moet je goed realiseren dat ik geen gemiddelde boer ben.’
‘De boeren die zijn aangesloten bij BoerenNatuur zijn al met een ander landbouwmodel bezig, wij zijn de ‘makkelijke’ boeren. De vraag is: hoe trek je die andere boeren over de streep? Ik denk dat je dan hogere vergoedingen moet geven of beloningen moet stapelen en de regeling ook op andere punten aantrekkelijk moet maken. En pas op voor extra administratie, controles en boetes, want dat ligt heel gevoelig voor veel boeren.’