De vraag dringt zich bij elke periode met winterse koude weer op. Al dat strooien, is dat niet slecht voor de natuur? Er werd deze winter al meer dan honderd miljoen kilo zout gestrooid. Het meeste verdwijnt na de dooi in het riool. Maar een flink deel gaat de berm en het grondwater in. Dat kan toch niet goed zijn?
Deens lepelblad
De effecten zijn zeker zichtbaar, zegt vegetatiedeskundige Joop Spijker. Het mooiste voorbeeld is hoe het Deens lepelblad zich de laatste decennia heeft verspreid. De verspreidingskaart van dit zoutminnende plantje sluit naadloos aan bij de routekaart van de snelwegen. De oorzaak is strooien. De bermen zijn kennelijk zout genoeg voor dit kust- en kwelderplantje.
Strooizout beïnvloedt dus de verspreiding van soorten. Het Deens lepelblad vaart er wel bij. Maar het kan ook nadelig uitpakken. Lang niet alle planten kunnen tegen zout. Spijker: ‘Het is dus heel belangrijk dat de wegbeheerder de bijzondere vegetatie goed in beeld heeft en daar bij het strooien rekening mee houdt. Dat geldt met name voor de bomen.’
Het is dus heel belangrijk dat de wegbeheerder de bijzondere vegetatie goed in beeld heeft en daar bij het strooien rekening mee houdt
Joop Spijker, onderzoeker Vegetatie, Bos- en Landschapsecologie
‘Waar bomen dicht langs de strooiroutes staan, moet je soorten planten die tegen zout kunnen’, vervolgt Spijker. ‘Eiken bijvoorbeeld, of platanen, populieren en elzen. En dus geen vogelkers of tamme kastanjes.’ Op een door WUR uitgebrachte soortentabel van bomen en hun eigenschappen is ook – voor zover bekend – die tolerantie voor strooizout opgenomen.
Minder streng
‘Plant dus geen zoutgevoelige bomen direct langs drukke wegen of strooiroutes’, is Spijker’s advies. ‘Als je de juiste boom op de juiste plek plant, valt het effect van strooizout wel mee.’ Daar komt volgens Spijker bij dat het zoutprobleem waarschijnlijk vanzelf minder gaat worden. Door klimaatverandering worden de winters minder streng en zal er dus minder zal worden gestrooid.