Dat laat een internationaal team met Wageningse onderzoekers zien. Bomen bouwen tijdens hun leven een archief op. Samenstelling en structuur van het gevormde hout zijn de weerslag van het milieu en het klimaat waarin de boom groeit. Het bekendste voorbeeld daarvan vormen de jaarringen, die niet allen de leeftijd maar bij benadering ook de herkomst van de boom verklappen. DNA is de (high-tech) volgende stap.
Neem de eik, een van de meest gebruikte houtsoorten om mee te bouwen. Niet elke eik, ook al behoort-ie tot dezelfde soort, is genetisch precies hetzelfde. Met de verspreiding van de soort zijn variëteiten ontstaan, die kenmerkend zijn voor de locatie van de boom. Die specifieke genetische vingerafdruk van de boom is bruikbaar om de herkomst vast te stellen.
Tot nu toe werd het levende spinthout voor deze methode gebruikt. De Wageningse promovendus Linar Akhmetzyanov en zijn collega’s hebben dit uitgebreid naar het dode kernhout. ‘En dat maakt het veel leuker, want het is vooral kernhout dat wordt gebruikt als bouwmateriaal’, zegt bosonderzoeker Paul Copini. Maar ook lastiger, want DNA uit eeuwenoud kernhout is doorgaans sterk aangetast.
Kernhout
DNA breekt in de tijd af. Daarnaast heeft het hout vaak bewerkingen ondergaan die de kwaliteit van het DNA aantasten. Kernhout bevat bovendien stoffen die het vermeerderen van DNA, een essentieel onderdeel van de methode, bemoeilijkt. Toch is het de onderzoekers gelukt een optimale procedure te ontwikkelen voor het DNA uit de chloroplasten (de bladgroenkorrels).
Dit cirkelvormige DNA blijft, ook als het oud is, redelijk goed behouden
Paul Copini, Wageningen Environmental Research
‘Dit cirkelvormige DNA van ongeveer 150.000 basenparen blijft, ook als het oud is, redelijk goed behouden’, zegt Copini. Het team gebruikte vervolgens zes merkers (vlaggetjes) om de bepalende stukken DNA (de vingerafdruk) vast te stellen. Tot slot werd die vingerafdruk vergeleken met een bestaande database met 32 vingerafdrukken van eiken uit heel Europa.
Proof of principle
De resultaten zijn volgens Copini veelbelovend. Als proof-of-principle werd onder meer hout van een 700 jaar oud scheepswrak gebruikt, dat verging in de Baltische Zee bij het schiereiland Mönchgut. Jaarringonderzoek wees op bomen uit Zuid-Zweden eind dertiende eeuw. Combinatie met het DNA daarentegen maakt ook de regio rond de Poolse havenstad Gdansk zeer aannemelijk.
De studie verscheen in Scientific Reports. Volgens Copini is dit nog maar het begin. De onderzoekers gaan kijken of er nog meer informatie uit het DNA valt te peuren. Samen met isotopenonderzoek aan koolstof en strontium in het hout dringen wetenschappers steeds dieper door in de geheimen van het hout.