Toen er ooit tegen me gezegd werd dat ik een boek moest gaan schrijven, legde ik die suggestie (vals) bescheiden naast me neer. Wat is nou de toegevoegde waarde van nog meer woorden van een willekeurige student. Boeken zijn voor de eeuwigheid en naar mijn mening is er al zoveel moois aan ongelezen proza en poëzie, waar veel meer interessants uit te halen is dan ik heb te melden. Daarnaast had ik altijd een vrij stellige mening over een boek of een stuk schrijven;
‘Geen kans dat ik mijn woorden ooit ga verhuren. Het is míjn gedachtegoed, míjn eigendom en als ik iets vertel of wil uiten, dan moet het aankomen met de intenties waarmee ík ze bedoeld heb.’
Mijn stukjes zullen niet inhaken op uitgeholde discussies
Inmiddels is er een aantal jaar van mijn naïviteit afgeschaafd en bij m’n leeftijd geplakt en begrijp ik dat het niet reëel is om te willen dat je woorden altijd vallen zoals je ze bedoeld hebt. Sterker nog, het is vrij vermoeiend om daar voortdurend mee bezig te zijn. Als mensen weten dat je schrijft vanuit goede intenties, dan heb je niet zoveel te vrezen als je een keertje verkeerd begrepen wordt.
Mijn stukjes zullen niet inhaken op uitgeholde discussies en ik zal niet gaan smijten met termen die hun fut al jaren kwijt zijn. Liever heb ik het over minder besproken onderwerpen: over hoe studenten hun eigen weg gaan en gevormd worden tijdens zes jaar Wageningen. Over mooie woorden die ik tegen ben gekomen die het waard zijn om gedeeld te worden. Over hoe je beeld verandert over thuisthuis en je vrienden daar. Over sociale conventies en hoe trouw we daar aan zijn. Over hoe belangrijk het is om te relativeren. Over kleine dingen die leuk zijn om op te letten als je in de bus zit. Over asymptootveganisten. Over mentale problemen en daarbij de niet verkende mogelijkheden van werkzame stoffen in drugs voor relatieproblemen, depressie en migraine. Over dingen die ik leer tijdens mijn studie Levensmiddelentechnologie.
Kortom, ik zal proberen om de lezers met elke column mee te nemen in een gedachte die niet zo voor de hand ligt. Niet al te serieus en zeker niet belerend, maar puur uit een potje onuitputbaar enthousiasme.
Oscar Delissen is derdejaars student Levensmiddelentechnologie en houdt van koken met scherpe messen en kleurrijke festivalblousejes.