Voedselfabrikanten gebruiken koolzaadolie om voedsel zoals mayonaise te maken. Daartoe wordt de olie uit het koolzaad geraffineerd, een lang en ingewikkeld proces waarbij de helft van het koolzaad als afvalproduct verloren gaat. De Wageningse start-up Cano-ela pakt het beter aan. Het bedrijfje isoleert alle olie, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen uit koolzaad via een extractieproces met behulp van water. Cano-ela gebruikt de vezels voor brood, de eiwitten voor vleesvervangers en de olie voor mayonaise en dressings. ‘Alle componenten worden gebruikt, we hebben geen afval’, zegt Juliana Romero.
Alle componenten worden gebruikt, we hebben geen afval
Romero ontwikkelde het nieuwe extractieproces tijdens haar promotieonderzoek bij Levensmiddelenproceskunde. Het vormt de basis van haar bedrijf Cano-ela dat ze begin dit jaar oprichtte. Met een team van drie mensen ontwikkelt ze haar bedrijf in de Starthub in Plus Ultra II. Ze overlegt met voedselbedrijven welke ingrediënten van koolzaad en mogelijk andere oliehoudende gewassen zij willen afnemen. En ze zoekt investeerders voor een pilot plant, om het proces op te schalen. Benodigde investering: zo’n 700.000 euro.
Romero verwacht veel van haar producten. ‘Deze voedselverwerkingstechnologie is functioneel, duurzaam en gezond.’ Studenten opgelet: komend jaar kan ze nog wel wat stagiaires gebruiken om de technologie en business verder te ontwikkelen.