Wageningse docenten zitten tot over hun oren in het werk. Door corona zijn werkdruk en stress enorm toegenomen en er staat nauwelijks een zonnige kant tegenover. Drie docenten vertellen hoe ze (bijna) vastliepen. ‘Ik wilde ontslag nemen.’
‘Je hoort overal van docenten dat het drukker is geworden’, zegt Ute Sass-Klaassen. ‘Er zijn meer studenten die begeleiding vragen en door de coronacrisis moet je alles vanachter de computer doen.’ De gelauwerde docente van Bosecologie en Bosbeheer – ze staat vaak op de shortlist van de Teacher of the Year–verkiezing – heeft het de afgelopen maanden alleen maar drukker gekregen met vragen beantwoorden en begeleiden. Haar mailbox loopt over.
‘Ik heb het gevoel dat ik steeds tien ballen in de lucht moet houden. Ik zit op en soms over mijn grens, ik moet permanent iets doen, ik kan niet stil zitten om tot rust te komen. Ik heb te weinig tijd voor reflectie, ik stoom aan één stuk door. Toch heb ik het gevoel: ik heb te weinig tijd voor studentenbegeleiding. In de eerste periode heb ik acht weken heel intensief onderwijs gegeven. Na afloop lag er een enorme berg taken en mailtjes op me te wachten. Ik wil … je moet eigenlijk even rust creëren na zo’n onderwijsperiode, maar ik kan dat niet meer. Dat heeft ook gevolgen voor mijn privéleven; ik heb weinig tijd voor familie en vrienden, ik doe alles haastig.’
Kick
Sass-Klaassen zit op het randje, dat weet ze, maar ze is nu eenmaal een zeer bevlogen docente. ‘Ik maak me zorgen over de onderwijskwaliteit. De groepen worden steeds groter en ik zie de afstand tussen docenten en studenten groeien. Ik heb een idee hoe je goed onderwijs geeft: met een team van enthousiaste docenten, die experts op hun gebied zijn en die studenten met up to date kennis en bijbehorende skills verzorgen. Ik word gelukkig als ik een cursusontwerp verzin, met excursies, enthousiaste gastsprekers en practica en dat op het einde alle puzzelstukjes op hun plek vallen. Ook wil ik onderwijs geven in een bepaalde sfeer, dat je als groep tijdens het vak naar elkaar toe groeit. Als dat lukt, krijg ik een kick, maar om die kick te krijgen, moet ik steeds meer leveren.’
Ik werd een deadline junkie
Als er dingen tegenzitten, schiet ze snel in de stress. ‘De afgelopen maanden was er gedoe met het studentenregistratiesysteem Osiris en was het een opgave om goede stageplekken voor de studenten te vinden – ik ben ook stagecoördinator. Toen wij hoorden dat er ook nog dingen anders moesten in de coördinatie van stages en afstudeerprojecten, waardoor wij er taken bij kregen, waren we er echt klaar mee. Wat moet ik met bedankmailtjes voor onze inzet als er tegelijkertijd dit soort acties langskomen!?’
Kunst- en vliegwerk
Er is een patroon bij Wageningse docenten. Ze zijn gemotiveerd, willen goed onderwijs geven en lopen nu vast, omdat ze teveel doen. Dat komt niet alleen door de groei van het aantal studenten, waardoor ze steeds meer studenten moeten begeleiden, maar ook door de coronacrisis, waardoor ze razendsnel online onderwijs moesten optuigen en niet of nauwelijks nog echt contact hebben met hun studenten.
Studenten gaven vooral pósitieve feedback, maar dat zag ik niet meer
Zo had Ronald Osinga, docent bij Mariene Dierecologie, al last van werkdruk en stress voor de coronacrisis. ‘Bij onze groep is vooral het aantal thesisstudenten gegroeid. Vorig studiejaar was mijn record; toen heb ik ruim twintig thesiswerkstukken begeleid. Thesisbegeleiding is inmiddels mijn core business. Ik kan geen acquisitie van onderzoek meer doen en zelf geen artikelen meer schrijven.’
Toen kwam de lockdown. ‘Ik heb op de slaapkamer allemaal video’s zitten opnemen voor het onderwijs. Dat kostte veel tijd; je moet het voorbereiden en de opnames moeten soms drie keer opnieuw. Ik zag de stapels groeien, je werkt allerlei klussen weg, met kunst- en vliegwerk. Het kwam iets te vaak voor dat ik achteraf dacht: als we dit studentenproject beter hadden doordacht en besproken, hadden we er meer uit kunnen halen.’
‘Onze leerstoelgroep probeert zo weinig mogelijk studenten te weigeren, want we willen niet dat de studenten studievertraging oplopen. Maar dat vereist veel creativiteit en levert veel extra werk op. Het werk stapelde zich op. Door de werkdruk word je wel efficiënter. Ik werd een deadline junkie, maar ik kwam op een punt dat ik het niet meer voor elkaar kreeg. Dat punt heb ik een paar keer gehad afgelopen jaar. Dat leidde ertoe dat ik rond de zomervakantie vaststelde: ik vind mijn werk niet meer leuk. Daar schrok ik van, ik ben 53 jaar, het is te vroeg om met pensioen te gaan. Wat ik wil terugkrijgen, is de rust om dingen goed te doen.’
De studenten voelden zich alleen, ik voelde me alleen
De druppel
Ook Hannie van der Honing, docente bij het laboratorium voor celbiologie, liep dit jaar vast. En ook bij haar stapelde de stress zich de afgelopen jaren op. Eerst stopte ze veel extra tijd in de ontwikkeling van een Engelstalig vak, toen draaide ze lange onderwijsdagen na invoering van het Extended Daytime Schedule, toen kwam de omschakeling van Blackboard naar Brightspace en ondertussen groeiden de studentaantallen.
De coronacrisis was de druppel. ‘Ik gaf in periode 5 een vak voor 235 studenten. De donderdag voordat het vak begon, ging de campus dicht. We moesten daarom heel snel schakelen naar een online format. Hele dagen zat ik achter de computer, thuis aan de keukentafel, om alles in Brightspace te zetten, en ondertussen probeerde ik mijn dochter te helpen met haar schoolwerk. Tien dagen na de lockdown kon ik geen pizza meer snijden. RSI.’
Van der Honing is een gedreven docent, dus wat ging ze doen? ‘Ik ben overgeschakeld op het maken van filmpjes, samen met een collega, voor de online practica. Ik sprak de tekst voor de filmpjes in via WhatsApp en mijn collega maakte filmpjes door de microscoop. Ook maakte ik quizjes, dan vroeg ik in de weekenden mijn man om de quizvragen in Brightspace te zetten, want zelf kon ik dat niet meer. De studenten waren heel enthousiast over de filmpjes, dat gaf veel energie.’
‘Maar na het examen viel ik in een motivatie-dip. Ik had in periode 6 weer een vak en daar zag ik tegenop. Ook bij dit vak moesten alle microscopie-practica online verzorgd worden, dus ik weer filmpjes maken, maar er was bijna geen live interactie met de studenten en dat brak me op. Normaal zie je of studenten de lesstof oppikken en daar kreeg ik dan energie van, maar online krijg je daar geen beeld van. Toen studenten kritiek leverden op het vak, raakte me dat heel erg. Terwijl de studenten vooral positieve feedback gaven, maar dat zag ik niet. Achteraf denk ik: dat was een teken dat het niet goed met me ging. De studenten voelden zich alleen, ik voelde me alleen, maar dit corona-onderwijs was de enige mogelijkheid.’
Ik ben gestopt met werken in het weekend
Ontslagbrief
Ze ging op vakantie, een heerlijke ontspannende vakantie. ‘Maar toen ik in de eerste week na de vakantie een training kreeg over het nieuwe toets-systeem ANS, toen voelde ik paniek: dit wil ik er niet bij! Ik gaf in periode 1 een vak en af en toe practicum. In die periode kreeg ik paniekaanvallen en kon ik niet meer goed slapen. Collega’s zagen het ook aan me, dat ik tranen in mijn ogen kreeg als ze vroegen hoe het met me ging. Ik heb gedacht: ik schrijf mijn ontslagbrief. Maar toen dacht ik: nee, ik kan me beter ziek melden.’
Drie maanden later werkt Van der Honing nog steeds en ze slaapt weer goed. ‘Ik heb weer plezier in mijn werk, ik weet niet waarom. Misschien komt het door het contact met de studenten. Ik geef nu les aan drie groepjes van twaalf studenten, dat is heel leuk, daar haal ik energie uit.’
Ze ervaart nog steeds extra werkdruk door de coronaregels. ‘In januari hebben we een vak voor ruim 100 studenten. Normaal verzorgen we de practica in een grote zaal. Nu moeten we elk practicum, vanwege de coronarichtlijnen, 5 keer aanbieden aan kleinere groepen. Bovendien moeten we alles ook online aanbieden, want verkouden studenten moeten het practicum thuis kunnen volgen.’ Maar Van der Honing let wel beter op zichzelf. ‘Ik ben gestopt met werken in het weekend en ik loop overdag geregeld hard. Ik werk nog maar 4 tot 6 uur per week teveel, ik ken collega’s die veel meer uren overwerken.’
Succes
Ook Ronald Osinga heeft greep gekregen op zijn situatie. ‘Over de oplossing hebben we het gehad in de groep. Er komen twee docenten bij. Dat haalt de druk van de ketel. Die nieuwe mensen gaan nu beginnen. Daardoor kan ik mijn agenda leeg maken en twee maanden lang aan een EU-voorstel werken. Deze aanvraag ontstond onverwacht, maar het is een enorme kans. Dus in goed overleg gooi ik mijn taken nu over de schutting. Dit helpt mij enorm; ik kan me nu even focussen op mijn onderzoek.’ Daarna gaat Osinga weer promovendi en masterstudenten begeleiden, maar veel minder dan vorig jaar.
Ute Sass-Klaassen heeft nog geen oplossing. ‘Ik doe graag diverse dingen, want die kan ik allemaal meenemen in mijn onderwijs. Voor projecten als de Twitterboom, die ik in het weekend deed, kan ik momenteel de energie niet meer opbrengen. Ik zou graag een jong iemand aan mijn zijde hebben.’
Van der Honing hoorde de rector zeggen dat de docenten, om de werkdruk te verlagen, desnoods maar minder kwaliteit moeten leveren. ‘Maar dat willen de docenten in Wageningen niet. Je moet voor kwaliteit gaan, je studenten helpen, ook in deze vervelende periode. Van kwaliteit krijg ik juist energie.’
Maar die kwaliteit staat onder druk, zegt Ronald Osinga. ‘De tevredenheid onder studenten daalt ook, want de kwaliteit van WUR komt juist door het hoge aantal contacturen en dat wringt nu. Het is mooi dat WUR voor de zestiende keer wordt beoordeeld als beste universiteit van Nederland, maar in onze groep zeggen we weleens: we gaan aan ons succes ten onder.’