Dat blijkt uit een studie van Duitse, Ierse en Wageningse onderzoekers.
De onderzoekers plantten twee aardappelrassen op proefvelden in Ierland en Nederland. Centraal in het onderzoek stond resistentie tegen de aardappelziekte Phytophthora. Een aardappelras had een cisgene variant, waarbij een resistentie-gen van een wilde aardappelplant met behulp van genetische modificatie was toegevoegd, en een klassiek veredelde variant zonder dit resistentie-gen. Het tweede aardappelras had resistentiegenen verkregen met kruising en selectie.
Bodembacteriën
Het gerenommeerde Duitse Thünen Institute of Biodiversity beoordeelde het bodemleven. Biologen weten steeds meer van de interactie tussen planten en bodembacteriën en -schimmels en zien dat zich rond de wortels van planten biologische gemeenschappen vormen. Het Duitse instituut vergeleek het DNA van de bacteriën en schimmels rond de wortels van cisgene aardappels met dat rond de klassiek veredelde aardappels. Ze vonden geen aantoonbare verschillen.
Variatie
De onderzoekers vonden overigens wel veel variatie in de bacterie- en schimmelgemeenschappen, maar die variatie kwam door omgevingsfactoren zoals de grondsoort en de weersomstandigheden en dus niet door de veredelingstechniek. De onderzoekers publiceerden de resultaten deze maand in Frontiers in Bio-engineering and Biotechnology.
Toelatingseisen
Agronoom Bert Lotz, die vanuit WUR bij het onderzoek was betrokken, stelt dat deze studie eerder onderzoek bevestigt dat genetische modificatie met soorteigen genen geen milieueffecten geeft. De studie komt op een goed moment, vindt Lotz, want de EU gaat op dit moment na of nieuwe veredelingstechnieken als cisgenese nog onder de strenge GMO-toelatingseisen uit 2001 moeten vallen. ‘Uit onderzoek van de laatste jaren blijkt dat je de risicoanalyse niet moet baseren op de gebruikte techniek, maar op de eigenschap in de plant die je aanpast.’
Saillant detail: gmo-activisten hebben dit onderzoek vermoedelijk proberen te blokkeren. De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op twee jaar veldproeven in Ierland en een jaar in Nederland. ‘In dat andere jaar is ons proefveld in Nederland vernield’, zegt Lotz. ‘We weten niet door wie, de vernieling is nooit opgeëist.’
Andere berichten: