Nieuw Europees landbouwbeleid: (te) klein stapje richting klimaatdoelen

De overheid moet weer de leiding nemen, zegt scheidend econoom Krijn Poppe.
Krijn Poppe Krijn Poppe. Foto: Harmen de Jong

De Europese regeringsleiders werden het afgelopen maand eens over een nieuw EU-landbouwbeleid. Krijn Poppe, Wagenings onderzoeker en beleidsadviseur op het gebied van voedselbeleid, plaatst het nieuwe beleid in perspectief – voor de laatste keer, hij gaat met pensioen.

Het Europees landbouwbeleid wordt hervormd. In welke zin?
‘De eerste pijler van het EU-beleid, de inkomenssteun in de vorm van een hectarepremie voor de boeren, wordt aangepast. Nu krijgen de Nederlandse boeren 375 euro per jaar per hectare. Als de hervorming wordt goedgekeurd door het Europees Parlement, krijgen ze straks nog 300 euro per hectare.
De rest kunnen ze terugverdienen met ecosysteemdiensten, zoals kruidenrijke akkerranden, weidevogelbeheer of CO2-opslag in de bodem. Boeren kunnen zich vrijwillig aanmelden voor deze ecotoeslag. De verwachting is dat 60 tot 80 procent van de Nederlandse boeren dat doet, waardoor de toeslag kan oplopen tot 100 euro per hectare.’

Wat hebben boeren aan 75 of 100 euro per hectare extra?
‘De meeste Nederlandse boeren moeten een saldo halen van 1.800 à 2.000 euro per hectare; in die zin is die 75 euro een druppel. Maar wellicht kunnen boeren er toch hun voordeel mee doen. Als een akkerbouwer met 100 hectare grond bloemrijke akkerranden aanlegt, krijgt hij de vergoeding voor alle hectaren, dus mogelijk 10.000 euro aan ecosysteemdiensten. Dan tikt het aan.’

De overheid moet boeren ondersteunen bij de digitalisering

Toch waren de milieuorganisaties niet tevreden?
‘De milieuorganisaties hoopten op een hoger percentage dan 20 procent voor ecosysteemdiensten, zodat het landbouwbeleid goed zou aansluiten bij de Green Deal van Eurocommissaris Frans Timmermans. Zij zijn nu teleurgesteld. Maar dit is een compromis – veel Oost-Europese landen willen bijvoorbeeld liever een vaste toeslag dan zo’n ecotoeslag. Iedere EU-lidstaat moet nu een eigen strategisch plan maken voor het ontwikkelen van de landbouw, voor de vergoeding van ecosysteemdiensten en voor de voorwaarden waaronder de boeren in aanmerking komen voor EU-steun.’

Past deze wijziging in een trend?
‘Het EU-landbouwbeleid zet steeds kleine stapjes. Het is altijd een compromis tussen behoudende lidstaten met veel boeren en progressieve landen waar milieuorganisaties en wetenschappers meer invloed hebben. Die kleine stapjes hebben niet veel invloed, maar wijzigingen van beleidsinstrumenten werken wel sterk door. Eerst hadden we prijssteun voor landbouwproducten, toen quota, toen uniforme inkomenssteun en nu groene diensten. Maar met 20 procent groene diensten van het EU-budget haal je de klimaatdoelen niet. Daarvoor moet dat percentage omhoog.’

Wat levert deze herziening op in de Nederlandse situatie?
‘Je kunt met dit geld de strokenlandbouw stimuleren, een premie zetten op verhoging van het waterpeil in de veenweidegebieden of groenbemesters stimuleren om de emissies uit de bodem te verminderen. Maar een minpunt is dat je de ecopremie elk jaar opnieuw moet aanvragen en voor jaarlijkse subsidies gaan boeren hun bedrijf niet structureel veranderen. Ze zouden de premie aan duurzaamheidsregelingen op lange termijn kunnen koppelen, zoals het Beter Leven-keurmerk.’

Er woedt een cultuuroorlog tussen aanhangers van de exportlandbouw en de milieuadepten

Is de kringlooplandbouw van minister Schouten vastgelopen?
‘De implementatie ervan is gestokt, omdat de boeren geen financieel perspectief zien. Veel boeren willen meedoen, maar er is geen recept of verdienmodel. Bovendien lost het sluiten van kringlopen niet alle problemen op, zoals de klimaatopgave en de bodemdaling. We zitten nu met een liberaal beleid. Zolang de markt en de consumenten er niet voor betalen, stokt deze verduurzaming van de landbouw.’

Wat moet er nu gebeuren volgens u?
‘De Nederlandse overheid moet weer de leiding nemen, zoals in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Toen zorgde de overheid met instrumenten als de ruilverkaveling voor modernisering van de Nederlandse landbouw. Nu wordt het tijd dat de overheid de boeren en consumenten ondersteunt bij de digitalisering. Digitalisering kan boeren helpen om hun productieproces transparant te maken en kan consumenten helpen om hun gezondheid vorm te geven met een goede leefstijl en voeding. Op die manier draagt digitalisering bij aan een duurzame landbouw, maar dan moeten niet alle data en algoritmen in handen komen van enkele grote bedrijven. Verder moet de overheid regionale landinrichtingsplannen maken, waarin ze aangeeft waar in Nederland huizen, zonne-energievelden en landbouw moet komen.’

Hoe moet de overheid het stikstofprobleem oplossen?
‘De Rijksoverheid kan een nationale doelstelling formuleren om de uitstoot van broeikasgassen, stikstof en ammoniak bijvoorbeeld te halveren. Om die doelstelling te halen, komen er emissierechten en quota voor individuele bedrijven. Die emissierechten worden gecontroleerd door sensornetwerken op de boerderij. Die digitale hulpmiddelen maken de voedselproductie transparant. Je kunt de boeren er op afrekenen en als ze het goed doen, krijgen ze ontwikkelruimte.’

Waarom komt dit vernieuwingsproces niet op gang in Nederland?
‘Dat komt deels door de samenstelling van de coalitie, maar een fundamenteler probleem is: er is geen gemeenschappelijke visie. Er woedt een cultuuroorlog tussen aanhangers van de exportlandbouw en de milieuadepten. Die vechten een strijd uit om het buitengebied van Nederland. Wat moet daar komen: huizen, windmolenparken, veehouders of natuur? Zolang daar geen overeenstemming over is, hollen de politici van brandje naar brandje.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.